Bediening
5.2.3.5 Bediening via de afstandsbediening vergrendelen/ontgrendelen
Deze optie kan worden gebruikt om bediening via de afstandsbediening te vergrendelen.
Wanneer de afstandsbediening als vergrendeld (per items/voor alle items) is ingesteld, kunnen de geselecteerde items niet meer
geregeld worden. De selecteerbare items zijn: starten/stoppen (OPERAT.), bedrijfsmodus (OPERAT. MODE), ventilatorsnelheid
(FAN SPEED), pendellamellen (LOUVRE) en temperatuur (SET TEMPERAT.).
?
O P M E R K I N G
Houd rekening met het volgende wanneer u een vergrendeling per item toepast op een groep.
•
Bij het instellen van "Remote control operation" (Werking afstandsbediening), gebruik dan niet de functievergrendeling van de afstandsbediening.
- Wanneer tegelijkertijd "Remote controle operation" (Werking afstandsbediening) en de functievergrendeling wordt gebruikt, krijgt "Remote
control operation" voorrang en kan de functievergrendeling niet worden ingesteld.
- Wanneer u de instelling verandert van "All prohib." (Alles gesperd) naar "All permitt." (Alles toegestaan) in "Remote control operation", worden
alle instellingen van de functievergrendeling van de afstandsbediening geannuleerd.
1 Selecteer in het scherm "(Monitor) All Groups" (Opvolging (alle groepen)) of "(Monitor) Block" (Opvolging (blok)) de groep
waarvoor de bediening per afstandsbediening moet worden vergrendeld. Het scherm voor het wijzigen van de instellingen van
de geselecteerde groep verschijnt in de touchscreen.
Opvolging (alle groepen)
(1)
2 Selecteer "Remote control operation" (Werking afstandsbediening) door erop te tikken.
638
PMML0332A rev.0 - 05/2015
Opvolging (blok)
(1)
(2)