5
Afstelling van de gasdrukschakelaar
5.1
Versie 13/20/25 mbar
5.2
Versie 300 mbar
6
Vastplakken van het etiket
Plak het etiket waarop aangegeven staat voor welke gassoort de
ketel is uitgerust en afgesteld.
23/05/2011 -94858363 - 8358-4322F
De
pressostaat
veiligheidsklep, is in de fabriek afgesteld op een waarde van 12.5
mbar, wat overeenkomt met de afstelling voor aardgas.
Stel voor een werking met gas H 13 mbar een inschakeldruk van 8
mbar in.
Bij drukverlaging van de gastoevoer schakelt de minimale
pressostaat de verwarmingsketel af.
I
Pressostaat minimum gas: 150 mbar
J
Pressostaat maximum gas: 50 mbar
K
Resettoets - Pressostaat maximum gas
De gastoevoerleiding van de ketel versie 300 mbar is uitgerust met 2
gaspressiostaten.
•
De pressiostaat minimum controleert de opwaartse druk
(toevoerdruk).
Deze is zodanig afgesteld, dat de ketel uitgeschakeld wordt
zodra de voedingsdruk een niet door brander bruikbaar
minimum bereikt (vooraf in de fabriek afgesteld op 150 mbar).
•
De pressostaat maximum controleert de afwaartse druk (druk
aan de verstuivers)
Deze is zodanig afgesteld, dat de ketel uitgeschakeld wordt
zodra er sprake van overdruk is (vooraf in de fabriek afgesteld
op 50 mbar).
Deze pressiostaten zijn gemonteerd op de multiblok gasklep 300
mbar en elektrisch in serie geschakeld.
De
pressiostaat
herbewapend.
Indien de druk aan de voeding de instelwaarde van 50 mbar
overschrijdt (abnormale stijging van de druk van het
gasverdeelnet, uitschakeling van een ontlastklep,...), schakelt
de pressiostaat maximum gasdruk de elektrische voeding van
de vlambeveiligingsautomaat uit en vergrendelt. Om de ketel
opnieuw in te schakelen, drukt u de resetknop van de
veiligheidsthermostaat in en herhaalt u de handelingen voor de
inbedrijfstelling.
GD 134-142 + 144-152
minimum
gasdruk,
gemonteerd
maximum
gasdruk
op
de
wordt
manueel
25