binnenkant van het chassis, om te voorkomen dat deze
ter plaatse drogen en de machine de daaropvolgende
keer moeilijk gestart wordt.
3) Indien het nodig is toegang te hebben tot de onderkant
van de machine, wordt de machine uitsluitend overge-
held langs de zijde aangeduid op de handleiding van de
motor, volgens de aangegeven instructies.
4) Giet geen benzine op de plastic onderdelen van de
motor of de machine, om schade te voorkomen en ver-
wijder onmiddellijk elk spoor van benzine dat eventueel
gemorst werd. De garantie dekt geen schade aan de
plastic onderdelen, veroorzaakt door benzine.
4.1
Iedere ingreep aan het mes kan het beste steeds
door een gespecialiseerd centrum uitgevoerd worden, dat
over geschikt gereedschap beschikt.
Deze machine is voorzien voor het gebruik van messen met
de code:
81004366/2
De messen moeten altijd het keurmerk
de ontwikkeling van het product, kunnen de boven vermel-
de messen in de loop van de tijd vervangen worden door
andere, met soortgelijke eigenschappen voor wat betreft
verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
Monteer het mes (2) weer met de code en het keurmerk
naar de grond gericht, in de volgorde in de figuur.
Draai de middelste schroef (1) aan met een 35-40 Nm
dynamometrische sleutel.
4.2
Voor de modellen met aandrijving (behalve de
modellen met versnellingshendel), de juiste spanning
van de riem wordt geregeld met behulp van de moer (1), tot
de aangewezen waarde verkregen wordt (6 mm).
4.3
Indien het snelheidsverschil tussen de standen «2»
en «
» miniem of onbestaand is, moet de bedieningska-
bel geregeld worden.
OPMERKING - De regeling gebeurt wanneer de motor uit-
geschakeld is.
Draai de regelaar (2) gradueel tegen de wijzers van de
klok (om te verlengen) tot de bedieningshendel (1) de stand
«
» nadert; draai nu de regelaar ongeveer een halve toer
in wijzerzin voor een optimale regeling van de vooruit-
gangssnelheid en de gelijktijdige en correcte inschakeling
van de snelheid met de bedieningshendel (1).
4.4
Om de grasmaaier aan de binnenzijde schoon te
maken dient u gebruik te maken van de speciale aanslui-
ting (1) voor de waterslang. Tijdens het reinigen van de
grasmaaier dient u altijd achter de handgreep te gaan
staan.
5. MILIEUBESCHERMING
De milieubescherming moet een belangrijk en prioritair
aspect vormen voor het gebruik van de machine, ten gun-
ste van de civiele samenleving en de omgeving waarin we
leven.
– Wees geen storend element voor uw buren.
– Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking
van het snijafval.
– Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor het verwer-
ken van de verpakking, olie, benzine, batterijen, filters,
versleten delen of eender welk element met een sterke
invloed op de omgeving; dit afval mag niet met de hui-
safval weggeworpen worden, maar moet gescheiden
worden en aan speciale verzamelcentra toevertrouwd
worden, die de recyclage van de materialen zullen ver-
zorgen.
30
– Bij het buiten bedrijf stellen van de machine, mag deze
nooit in het milieu achtergelaten worden maar moet ze
naar een opvangcentrum gebracht worden, volgens de
geldende locale normen.
hebben. Gezien
Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact
opgenomen met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de
Dealer.