Geheugenfunctie
Het apparaat is uitgerust met een geheugenfunctie die de laatste instellingen registreert
in geval van een stroomstoring.
Deze functie werkt niet wanneer de hoofdschakelaar (9) op "0" staat (uit) of wanneer
de stekker van het apparaat uit het stopcontact is gehaald.
Veiligheidsfunctie in geval van een abnormaal hoge temperatuur
Als de sensor van de omgevingstemperatuur een temperatuur detecteert hoger dan
55°C of in geval van een verstopping van de luchtafvoer, zal de verwarming uitgaan en
zal op het scherm "EE" verschijnen.
Het apparaat zal niet automatisch weer van start gaan.
Zet de hoofdschakelaar (9) op "0" (uit), haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en laat het afkoelen.
U kunt de verwarming weer inschakelen zodra de omgevingstemperatuur weer lager is
dan 45°C of wanneer het apparaat is afgekoeld.
58
reiniging en onderhoud
BELANGRIJK:
Haal de voedingskabel altijd uit het stopcontact en
•
laat het apparaat afkoelen alvorens over te gaan tot
het schoonmaken of het onderhouden ervan.
Dompel het apparaat nooit onder in water of in een
•
andere vloeistof.
Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig onderhouden worden:
Neem de buitenkant van het apparaat af met een zachte, licht vochtige doek om stof
•
en viezigheid te verwijderen. Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen (alcohol,
oplosmiddel, enz.) om het apparaat schoon te maken.
Gebruik een stofzuiger om stof uit de roosters te verwijderen.
•
Controleer of het apparaat volledig droog is voordat u het weer inschakelt.
•
Als het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, moet u het uitschakelen, de stekker uit
•
het stopcontact halen en het bewaren op een schone en droge plek.
Onderhoud van het filter
Een regelmatig onderhoud van het filter staat garant voor een
optimale werking van het apparaat. Volg hiervoor onderstaande
stappen:
Verwijder het beschermrooster aan de achterzijde via de gleuf (zie
•
afbeelding hiernaast). Op deze wijze kunt u bij het antistoffilter
aan de achterzijde van het rooster.
Neem eventueel vuil op het filter en het rooster weg met een
•
stofzuiger.
U kunt ook, indien nodig, het filter en het rooster schoonmaken
•
met alleen water.
Nadat u heeft gecontroleerd of het filter en het rooster volledig
•
droog zijn, plaatst u deze terug op het apparaat:
- plaats het filter op de achterzijde van het beschermrooster door
het onder de gleuven te schuiven en
- klik het beschermrooster vast op het apparaat. Het
beschermrooster moet in de hiervoor bedoelde gleuven passen.
59