BE
3.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
OPGELET:
- Voor het uitvoeren van een elektrische aansluiting controleren of de eenheden van de stroom gehaald zijn en of
de installaties waarop het apparaat aangesloten moet worden overeenstemmen met de geldende regelgeving.
- Alleen kabels met een geschikte doorsnede gebruiken.
- Maak de kabels wat langer dan nodig, dat maakt toekomstig onderhoud gemakkelijker.
- Sluit een voedingskabel nooit aan door deze doormidden te knippen, hierdoor kan men een steekvlak krijgen.
- Als de voedingskabel beschadigd is moet hij worden vervangen door de fabrikant of door diens technische ser-
vicedienst of in ieder geval door iemand met een gelijkwaardige beroepsbekwaamheid, zodat elk risico wordt
voorkomen
3.1 Aansluiting interne eenheid
1. Verwijder het deksel van het klemmenbord.
2. Laat de verbindingskabel interne eenheid/externe eenheid langs de achterkant van de
interne eenheid lopen en maak het uiteinde van de kabel gereed.
3. Sluit de draden aan op de schroefklemmen en let daarbij op de nummering.
4. Gebruik de kabelklem die zich onder het klemmenbord voor de elektrische aansluitin-
gen bevindt..
5. Zet de deksel weer op zijn plaats en let erop dat hij in de juiste positie staat.
N.B. de verbindingskabels mogen niet in de buurt van aftakdozen, draadloze systemen
voor gegevensuitwisseling (wi-fi routers) of in de buurt van andere kabels lopen.
3.2 Aansluiting externe eenheid
1. Haal de deksel eraf.
2. sluit de draden aan op de schroefklemmen met gebruik van dezelfde nummering als
voor de interne eenheid gebruikt is. Draai de schroeven van het klemmenbord goed aan,
dan kunnen de aansluitingen later niet losraken
3. Klem de draden vast met de kabelklem.
4. Zet de deksel weer op zijn plaats en let erop dat hij in de juiste positie staat.
N.B.: strip de uiteinden van beide verbindingsdraden, zoals in de afbeelding. Let op dat
de verbindingsdraden niet de leidingen of andere metalen delen aanraken.
Soorten elektrische aansluitingen
Model
Voeding
2,5 kW
220-240V˜50Hz
3,5 -5 kW
220-240V˜50Hz
7 kW
220-240V˜50Hz
N.B.: de elektrische verbinding tussen de interne en externe eenheid moet worden uitge-
voerd met een kabel van het type H07RN-F
3.3 Aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluiting van het apparaat moet voldoen aan de Europese en nationale normen en
moet beschermd worden door een aardlekchakelaar van 30mA.
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet worden uitgevoerd met een vaste aansluiting
(niet met een losse stekker) en voorzien worden van een meerpolige schakelaar die voldoet
aan de geldende normen CEI-EN (min. afstand tussen de contactpunten 3mm, beter indien
voorzien van zekeringen).
De correcte aansluiting op een deugdelijk aardsysteem is essentieel om de veiligheid van
het toestel te kunnen garanderen.
78
15 mm
70 mm
Type schakelaar
Verbindingskabel
10 A
5G 1 mm
16 A
5G 1,5 mm
25 A
5G 2,5 mm
Voedingskabel
2
3G 1 mm
2
2
3G 1,5 mm
2
2
3G 2,5 mm
2
L1
1
2N
S
L1
1 2N S
L N
ELEKTRICITEITSNET
(H07RN-F)