- Zet de hoofdschakelaar aan. Je zult zien dat de kleine LED gaat branden, maar de grote LED niet.
- Als je op de drukknop drukt, zie je dat de grote LED gaat branden, maar dat de kleine LED uitgaat.
12.7 EXPERIMENT 7 - Demonstratie van weerstand en stroom
Bedradingsvolgorde
2-23-13, 14-25, 24-19, 20-26-18, 17-1
18
17
100
Ω
24
20
19
10k
Ω
26
25
- Voltooi alle bedradingsverbindingen zoals aangegeven in de volgorde.
- Zet de hoofdschakelaar aan. De LED gaat zwak branden.
- Zet de hoofdschakelaar uit om het apparaat uit te schakelen.
- Druk op de drukschakelaar. De LED gaat feller branden.
- Aangezien het pad van de hoofdschakelaar een weerstand met een grotere weerstand heeft, zal de
stroom door dit pad minder zijn en als gevolg daarvan zal de LED minder helder zijn. Aan de andere kant
heeft het pad van de drukschakelaar een weerstand met een kleinere weerstand, zodat de stroom door
dit pad groter is en de LED helderder zal zijn.
12.8 EXPERIMENT 8 - Demonstratie van de variabele weerstand
Bedradingsvolgorde
2-13, 14-35, 36-16, 15-1
14
35
36
37
16
15
- Voltooi alle bedradingsverbindingen zoals aangegeven in de volgorde.
- Zet de hoofdschakelaar aan.
- Door de variabele weerstand aan te passen, kan de hoeveelheid stroom in het circuit worden aangepast
en daarmee de helderheid van de LED.
12.9 EXPERIMENT 9 - Demonstratie van de functie van de condensator
Bedradingsvolgorde
2-13, 14-28-24, 23-16, 15-27-1
V. 01 – 19/01/2024
1
2
23
14
13
13
2
1
User manual
32
©Velleman nv