• Controleer voor elke autorit of het autostoeltje goed vastzit.
• De autostoel moet altijd worden vastgemaakt. Ook als het kind er niet in vervoerd wordt.
Een onbeveiligd autostoeltje kan zelfs bij een noodstop verwondingen aan passagiers
veroorzaken.
• Bij sommige voertuigstoelen van kwetsbare materialen kan het gebruik van autostoeltjes
vlekken achterlaten en/of verkleuring veroorzaken. Om dit te voorkomen kan een deken,
handdoek of een soortgelijk product onder de autostoel worden gelegd.
4.0 Het in-/uitklappen van de rugleuning van het autostoeltje
Om het autostoeltje naar binnen te klappen, trek je de hendel met riem voor het instellen van
de rugleuning(8) omhoog. Het autostoeltje kan alleen worden ingeklapt wanneer de
hoofdsteun in minstens de elfde hoogtepositie staat en de zijbeschermers niet zijn uitgeklapt.
Klap de rugleuning (2) zo ver mogelijk naar de zitting (4) toe in een horizontale positie (fig.
C.5). Wanneer het autostoeltje is ingeklapt, moeten de armleuningen zich direct onder de
zijbeschermers bevinden.
Uitklappen van het autostoeltje: Trek de hendel met riem voor het instellen van de
rugleuning(8) omhoog en klap het autostoeltje rechtop uit tot je een klik hoort.
LET OP! Alleen een correct ingesteld autostoeltje garandeert maximale veiligheid tijdens de
reis.
5.0 Montage in het voertuig
5.1 Montage van het autostoeltje naar voren gericht, voor kinderen van 100 tot 150 cm lang
(ongeveer 3,5 tot 12 jaar) met de veiligheidsgordel van het voertuig en het ISOFIX-systeem.
• Bevestig de Isofix geleiders (11) aan de voertuig autostoel connectoren.
• Druk op de ontgrendelingsknoppen van het ISOFIX-systeem (10) en schuif de ISOFIX-
bevestigingen (9) zo ver mogelijk (fig. B.1).
• Pak het kinderautostoeltje met twee handen vast en schuif beide haken in de
bevestigingspunten van de voertuigstoel(fig. B.2).
• Wanneer je de 'klik' van elke ISOFIX-bevestiging hoort, duw je de zitting van het autostoeltje
tegen de rugleuning, waarbij je aan beide zijden stevige, gelijkmatige druk uitoefent.
• LET OP! De vergrendelingen zijn alleen correct bevestigd wanneer beide markeringen
volledig groen zijn (fig. B.3).
• Pak het autostoeltje vast en controleer of het goed vastzit zonder speling. Als het beweegt
en de ISOFIX-bevestigingen (9) eruit schuiven, herhaal je vorige stappen.
• Maak het kind vast met de veiligheidsgordel van de auto. Details worden beschreven in het
deel van de handleiding over het aanbrengen van het autostoeltje met de veiligheidsgordel
(zie punt 5.2).
53