B
ELANGRIJKE VEILIGHEIDVOORSCHRIFTEN VOOR DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK
De installatie en de elektrische aansluitingen mogen uitsluitend door vakkundig personeel worden verricht, met
een passende gereedschapsuitrusting en onder veilige omstandigheden, door de in deze handleiding vermelde
aanwijzingen op te volgen.
Het systeem moet zodanig geïnstalleerd worden dat de motorgroep zich op een minimumafstand van 2,5 m vanaf
de vloer (of vanaf de dichtstbijzijnde toegangsvloer) bevindt.
De bedieningsknop van het systeem moet buiten het werkingsgebied geïnstalleerd worden, op een
minimumafstand van 1,5 m vanaf de vloer (of vanaf de dichtstbijzijnde toegangsvloer) en met zicht op het
systeem.
Alle werkzaamheden van gewoon of buitengewoon onderhoud mogen uitsluitend door vakkundig personeel
worden verricht, na het systeem van het elektriciteitsnet te hebben afgekoppeld.
Indien het nodig mocht zijn om werkzaamheden te verrichten binnen het werkingsgebied van het systeem (bijv.
ramen lappen, stof verwijderen, enz.), moet activering van de bedieningselementen van het systeem volstrekt
verhinderd worden of moet het systeem van het elektriciteitsnet afgekoppeld worden.
De eventuele vervanging van onderdelen moet met originele onderdelen gebeuren, en elk type aanpassing of
eigenhandige reparatie moet vermeden worden. In tegengesteld geval acht Mottura zich van elke
aansprakelijkheid ontheven voor schade/letsel aan zaken/personen voortvloeiend uit de hierboven vermelde
werkzaamheden.
Voer periodieke controles uit om de toestand van de mechanische en elektrische onderdelen na te kijken. Tref
geschikte maatregelen om het gebruik van het systeem te voorkomen als dit in afwachting van onderhoud is.
Laat kinderen niet spelen met de bedieningssystemen van het gordijn. Houd deze bedieningssystemen buiten hun
bereik.
Controleer de beweging van het systeem tijdens het normale gebruik. Voorkom dat mensen het werkingsgebied
van het systeem naderen zolang het systeem niet volledig gestopt is.
In de bijlage "A" zijn de aanwijzingen voor de correcte montage en bevestiging van buismotoren vermeld.
Men adviseert om de aansluiting van de motor op het elektriciteitsnet, op de
bedieningsinrichtingen en op eventuele externe eenheden uitsluitend door vakkundig
personeel te laten uitvoeren.
Het is verboden aan de motor te zitten terwijl deze gevoed is. Vóór elke werkzaamheid
moet het systeem van het elektriciteitsnet worden afgekoppeld zodat het tijdens de duur
van de werkzaamheden geïsoleerd is.
In de bijlage "B" zijn de aanwijzingen voor de correcte aansluiting van buismotoren Art. 1804M35, Art. 1805M35,
Art. 1804M45 en Art. 1805M45 systeem volgens de methode "2 draden" vermeld (L+N).
Vanwege de technische kenmerken van de buismotoren Art. 1804M35R, Art. 1805M35R, Art.
1804M45R en Art. 1805M45R, is de bediening via een draad met een externe aanvullende drukknop
niet mogelijk.
De buismotoren met ingebouwde radio-ontvangers Art. 1804M35R, Art. 1805M35R, Art. 1804M45R en Art.
1805M45R worden geleverd zonder dat zenders opgeslagen zijn. Bij de eerste installatie moet dus minstens één
zender opgeslagen worden. Voor de uitvoering, raadpleeg de technische handleiding van de gebruikte zender.
Vanaf het moment dat de motor gevoed wordt, beschikt men over 10 seconden om de koppeling met radio-
ontvanger uit te voeren. Als bij het verstrijken van de 10 seconden de procedure niet voltooid is, haalt de motor
de eerder ingestelde parameters terug. Indien er niet eerder gegevens zijn opgeslagen of na het resetten van de
ontvanger, heeft de motor bij het verstrijken van de 10 seconden geen gegevens in het geheugen en reageert op
geen enkele zender.
Om de procedure weer te activeren volstaat het om de voeding uit en weer in te schakelen. Nu beschikt men
opnieuw over 10 seconden om de radio-ontvanger af te stellen.
M
ONTAGE EN INSTALLATIE
E
LEKTRISCHE AANSLUITINGEN
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
K
RF-
OPPELING MET
Z 385 rA
-
RADIO
ONTVANGER
Nl 2
27