Het relais configureren
Relaisstanden
De ontvanger is voorzien van wisselrelais die kunnen worden
geconfigureerd in 3 verschillende standen voor verschillende
toepassingen.
Relay 10
Relay 9
Relay 5
De relais worden voor het gemak voorzien van NO-
aansluitingen (Normaal Open) en NC-aansluitingen (Normaal
Gesloten).
Er gaan rode LED's branden als het respectievelijke relais
wordt geactiveerd.
Sluit de BUS-jumper aan om alle relais via de bus van
spanning te voorzien. Als u deze optie selecteert, kunt u de
AUXIN en NEG niet aansluiten.
Gebruik de jumper naast de relais om de stand te selecteren
die voor u geschikt is.
Jumper
+
AUXIN
C
Common
–
NEG
De standaardinstelling is: geen jumper, met de relais in de NC-
stand.
Opmerking:
Voor naleving van EN50131-3 dient u AUX IN
niet te gebruiken.
Geen jumper
De uitgangaansluiting is voorzien van een potentiaalvrij
contact. Maximale belasting 30 VAC bij 1 A of 24 VDC bij 1 A.
P/N 230285-ML • REV G • ISS 16MAR21
Relay 8
Relay 6
Relay 7
Uitgang
NC
C
C
NO
Jumper tussen C en NEG
De uitgangaansluiting is voorzien van min 0 V. U dient de
relaiswaarde niet te overschrijden; dit is een maximale
belasting van 30 VAC bij 1 A of 24 VDC bij 1 A.
Jumper tussen AUXIN en C
De uitgangaansluiting is voorzien van een nominale waarde
van 12-13 VDC. Maximale belasting bij 12 V is de totale
spanning van de centrale van 1 A; dit is inclusief alle
aangesloten bediendelen en uitbreidingsmodules. U dient de
relaiswaarde niet te overschrijden.
Waarschuwing voor stroomlimiet:
Controleer de stroomvereisten van de apparatuur voordat
u deze aansluit!
De relais beschikken niet over een overstroombeveiliging bij
busaarding of -spanning (jumper tussen NEG en C of tussen
C en AUXIN). U moet ervoor zorgen dat de belasting niet
hoger zal zijn dan de hierboven aanbevolen limieten. Als u de
limieten overschrijdt, raakt de module mogelijk beschadigd en
is er sprake van een gevaarlijke elektrische situatie.
xGen-centrales beschikken over een overstroombeveiliging in
de bus, die de bus kan loskoppelen om deze tijdelijk te
beschermen. Als de overstroombeveiliging ingeschakeld is,
rapporteert de centrale "Storing overstroom" of "Overstroom
uitbreiding". Als er herhaaldelijk sprake is van overstroom, kan
dit tot permanente beschadiging van de centrale of
aangesloten modules leiden.
Firmware
Kan worden geüpgraded met behulp van DLX900 via een
netwerk of met behulp van een USBUP en de USBUP-poort.
Specificaties
Te gebruiken met
xGen-beveiligingssysteem
Spanning
12,0-13,5 VDC (geleverd door centrale)
Stroom
Minimum (geen uitgangen actief) 20 mA
Maximum (alle uitgangen actief) 160 mA
Nominale belasting 0,50 A bij 30 VAC of
Relais
1 A bij 24 VDC, max. spanning 1 A,
min. belasting 1 mA bij 5 VDC
Afmetingen (B x H x D)
135 mm x 80 mm x 65 mm
0° tot 49°C (32° tot 120°F)
Bedrijfstemperatuur
−34° tot 60°C (−30° tot 120°F)
Opslagtemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
tot 85% niet-condenserend
Regelgeving
Fabrikant
In de handel gebracht door:
Carrier Fire & Security Americas Corporation, Inc.
13995 Pasteur Blvd
Palm Beach Gardens, FL 33418, VS
Geautoriseerde EU-vertegenwoordiger:
Carrier Fire & Security B.V.
Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, Nederland
21 / 28