112
Montage
6
Montage
6.1
Opstelling
De voorraadboilers mogen uitsluitend in een tegen vorst beschermde ruimte worden
Let op
opgesteld. In andere gevallen dienen bij vorstgevaar de voorraadboilers alsmede alle
watervoerende regelafsluiters en aansluitleidingen te worden afgetapt! IJsvorming in
de installatie kan tot lekkages en ernstige beschadiging van de boiler leiden!
Op de plaats van opstelling dient er voldoende ruimte voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden te zijn. Let erop dat de vloer vlak is en over voldoende
draagvermogen beschikt. Let erop dat de opstellingsruimte voldoende hoog is
teneinde onderhoud aan de anode te kunnen uitvoeren.
Vóór het opstellen en het aansluiten van leidingwerk op de voorraadboiler
de stelvoeten in de daarvoor bestemde tapgaten aan de onderzijde van de
voorraadboiler schroeven en vastdraaien. De verstelbare voeten kunnen als
compensatie worden gebruikt indien de vloer niet geheel vlak is.
Extra voor SE-2-750: boiler staat op standring.
6.2
Isolatie
Vóór het installeren van het leidingwerk dient het isolatiemateriaal resp. de
Skymantel en de omkasting te worden aangebracht.
Vuur, soldeervlam resp. lasbrander niet in de buurt van de isolatie brengen.
Opgelet: Brandgevaar!
6.3
Aansluitingen/leidingwerk
De voorraadboiler dient volgens het aansluit-/installatieschema te worden
aangesloten. Dit schema dient als montagevoorstel te worden beschouwd, een
vaktechnisch ontwerp blijft van wezenlijk belang. De montagevoorstellen vervangen
het ontwerp dus niet!
Bij de keuze van het installatie-zijdige installatiemateriaal moet op de technische
Let op
regels en op eventueel mogelijke elektrochemische processen worden gelet
(menginstallatie)! Let op de elektrochemische spanningsreeks van de gebruikte
materialen voor het leidingwerk a.u.b.
Algemeen wordt de gebruikmaking van isolatiekoppelingen aanbevolen.
Indien de voorraadboiler op de koud- en warmwateraansluitpunten met
leidingmateriaal dat niet uit metaal bestaat of met isolatiekoppelingen is verbonden,
dan moet de voorraadboiler extra worden geaard, zie tevens DIN 50927. De
equipotentiaalverbinding kan bijv. op een bout van het handgatdeksel, met behulp van een
buisklem op het aansluitpunt of op de voet van de voorraadboiler worden aangebracht.
Algemeen is het aanbevelenswaardig de voorraadboiler, onafhankelijk van de feitelijke
installatie-omstandigheid, tevens in de equipotentiaalverbinding te integreren.
− Let op de respectievelijke uitvoering van het schroefdraad van de aansluitpunten:
- V lak afdichtende aansluitpunten (uitvoering „G"), zoals bijv. koud- en
warmwateraansluitpunt: deze dienen vlak afdichtend te worden gemonteerd.
- S chroefdraadafdichtende aansluitpunten (uitvoering „R"): Bij de gebruikmaking
van te veel afdichtingsmateriaal (bijv. hennep) ontstaan er grote spanningen
op het aansluitpunt. Door de optredende krachten kunnen er stukjes email
losbarsten. Let op een volledige bedekking van het schroefdraad van de
boileraansluitpunten en het leidingwerk.
− In de koud-/warmwateraansluitpunten kunnen zich ingestoken hulzen van
kunststof bevinden. Deze dienen in de voorraadboiler te blijven zitten. Vóór de
montage niet eruit trekken.
3064940_201612