Accu uitnemen
1. Druk op de ontgrendelingsknop (11) van de accu (12)
en trek de deze uit de accuhouder (7).
8.3
Product in-/uitschakelen (afb. 1)
Inschakelen
Aanwijzingen:
Let er voor het inschakelen op dat het product geen voor-
werpen aanraakt.
1. Trek voor het inschakelen van het product de mesbe-
scherming (9/10) van het grassnijmes (1) of van het
struikenmes (8).
2. Druk eerst de inschakelblokkering (4) in en vervolgens
de aan/uit-schakelaar (5).
Opmerking:
Het is niet nodig om de inschakelblokkering na het starten
van het product ingedrukt te houden. De inschakelblokke-
ring moet een onvoorzien starten van het product verhin-
deren.
Uitschakelen
1. Voor het uitschakelen, laat u de aan/uit-schakelaar (5)
los.
VOORZICHTIG
Na het uitschakelen loopt het product na. Wacht tot het
product volledig tot stilstand is gekomen.
8.4
overbelastingsbeveiliging
Opmerking:
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit.
Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor
weer worden ingeschakeld.
9
Werkinstructies
Opmerking:
Enige geluidsoverlast van dit product is onvermijdelijk.
Stel werkzaamheden met lawaai uit tot goedgekeurde en
aangewezen tijden. Houdt u evt. aan de rusttijden.
WAARSCHUWING
Elektrische schok en schade aan het product
mogelijk!
Contact met een stroomvoerende leiding tijdens het
snoeien kan leiden tot een elektrische schok. Het snoei-
en in vreemde objecten kan leiden tot schade aan de
maaibalk.
–
Doorzoek heggen en struiken op verborgen voor-
werpen, zoals stroomdraden, draadafscheidingen
en plantensteunen, voordat u gaat snoeien
• Controleer het product voor elk gebruik op zichtbare
defecten, zoals losse, versleten of beschadigde on-
derdelen.
• Controleer de vaste zitting van de schroeven in de
maaibalken.
• Stompe messen verminderen het snijvermogen en be-
invloeden de werkprocedure! Duidelijke tekenen van
botte messen zijn een verminderde aanzet, afnemen-
de prestaties en een slecht snijpatroon.
52 | NL
• Houd het product stevig bij het handvat vast.
• Product inschakelen en pas daarna het te bewerken
materiaal toevoeren.
• Controleer het te bewerken materiaal op vreemde
deeltjes zoals spijkers, bouten etc. en verwijder deze.
• Oefen niet te veel druk uit op het product. Laat het
product het werk doen.
• Stompe, verbogen of beschadigde maaibalken moe-
ten worden vervangen.
9.1
Heggen snoeien
• Snoei eerst de zijden van de heg (van onderen naar
boven) en vervolgens de bovenzijde.
• Snoei de zijkanten van de heg dusdanig dat de heg
aan de bovenzijde iets smaller is.
• Gebruik een handzaag of een takkenschaar om dikke-
re takken te snoeien.
• Zowel het struikenmes alsook het grassnijmes kunnen
voor het snoeien van heggen worden gebruikt.
9.2
Gras en struiken snoeien
• Gras kan het beste worden gesnoeid, als dit droog en
niet te hoog is.
• Verplaats het product gelijkmatig naar voren of op en
neer in een boog.
• Met de dubbelzijdige maaibalk is het mogelijk om een
snede in beide richtingen te maken of door pendelbe-
wegingen van de ene zijde naar de andere zijde te
gaan.
• Het grassnijmes is ook geschikt voor het snoeien van
struiken.
• Werk bij het snijden van hoog gras geleidelijk van bo-
ven af en maak kleine snedes.
9.3
Gebruiksinstructies
Voor het snijden van heggen in een uniforme hoogte:
• Op de gewenste hoogte spant u een draad langs de
heg.
• de heg direct boven de draad snoeien.
Aanbevolen snoeitijden (West-Europa):
• Bladhaag: juni en oktober
• Conifeerhaag: april en augustus
• Snelgroeiende haag: vanaf mei om de 6 weken
Let op voor nestelende vogels in de haag. Stel in dat ge-
val het knippen uit of sla dit gedeelte over.
www.scheppach.com