Opmerking: De interconnectiefunctie en de wifi-functie kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld, d.w.z. dat de wifi-functie niet
wordt ingeschakeld wanneer de interconnectiefunctie is ingeschakeld, en vice versa.
PIP-functie in-/uitschakelen
⚫ Houd de Draaiknop (3) ingedrukt om de hoofdmenuinterface te openen.
⚫ Draai de Draaiknop (3) om de PIP-optie te selecteren.
PIP
⚫ Houd de Draaiknop (3) kort ingedrukt om de PIP-functie in-/uit te schakelen.
⚫ Als de PIP-functie is ingeschakeld, zullen een klein venster en een blauw vakje op het
scherm verschijnen. Het beeld in het aparte venster is het 2x vergrote beeld dat is
vastgelegd door het blauwe vakje in het hoofdbeeld.
Automatische kalibratie in-/uitschakelen
⚫ Houd de Draaiknop (3) ingedrukt om de hoofdmenuinterface te openen.
Automatische
⚫ Draai de Draaiknop (3) om de optie Automatische kalibratie te selecteren.
kalibratie
⚫ Houd de Draaiknop (3) kort ingedrukt om de functie Automatische kalibratie in-/uit te schakelen.
⚫ Als de functie Automatische kalibratie is ingeschakeld, verschijnt het pictogram dienovereenkomstig op de statusbalk. En
het apparaat kalibreert automatisch op basis van het software-algoritme. U hoeft de lensdop niet te sluiten (de interne
sluiter bedekt de sensor).
Microfoon in-/uitschakelen
Microfoon
⚫ Houd de Draaiknop (3) ingedrukt om de hoofdmenuinterface te openen.
⚫ Draai de Draaiknop (3) om de optie Microfoon te selecteren.
⚫ Houd de Draaiknop (3) kort ingedrukt om de functie Microfoon in-/uit te schakelen.
- 318 -