De toorts moet uitgerust zijn met de juiste slijtonderdelen, afhankelijk van de toepassing en de gekozen stroom.
Een verkeerde keus van verbruiksartikelen zal afwijkende snij-resultaten en vroegtijdige slijtage van de slijtonderdelen tot gevolg hebben. Verkeerde
slijtonderdelen kunnen tevens leiden tot storingen aan het apparaat.
Wegspattende deeltjes :
- Tijdens het lassen kunnen wegspattende deeltjes de toorts en het lasmateriaal beschadigen. Om te zorgen dat de draad goed aangevoerd wordt,
dat de boog stabiel is en het gas correct toegevoerd wordt, moeten de buizen en mondstukken zo snel mogelijk ontdaan worden van achtergebleven
spatresten.
- De in het mondstuk opgehoopte deeltjes die niet tijdig verwijderd worden zullen kortsluiting in de toorts veroorzaken. Dit kan leiden tot beschadiging
van de onderdelen van de toorts.
- Het gebruik van een anti-spat middel of een anti-spat pasta wordt aanbevolen. Gebruik geen scherp of snijdend gereedschap voor het reinigen van
de toorts. Dit kan de toorts beschadigen.
Slijtonderdelen :
Controleer regelmatig de staat van de contactbuis 3 en het mondstuk 4 van de toorts.
1 Schede
3 m
4 m
Ø 1.0/1.2 mm
5 m
8 m
3 m
Ø 1.2/1.6 mm
4 m
Contact tip
3
Ø 0.8
x 10
Ø 1.0
x 10
Ø 1.2
x 10
Ø 1.6
x 10
24
De lasgenerator moet uitgeschakeld zijn.
Breng de connector van de toorts (A) in in de vrouwelijke aansluiting (E) en draai deel B vast. Let op : toorts goed
stevig aandraaien.
Voor het verwijderen van de toorts, losschroeven op dezelfde wijze als hierboven vermeld.