4.1 Instellingen
Er moet een SD-kaart zijn geplaatst om apparaat-instellingen te kunnen maken. Schakel vervolgens over naar de hierbo-
ven beschreven TEST / SETUP-modus.
De functietoetsen met de volgende functies bevinden zich onder het display:
• Druk op de menuknop om te schakelen tussen de statusmodus en de instelmodus.
• In de statusmodus wordt de OK-knop gebruikt om handmatig foto's of video's te maken
• Bevestig in de setup-modus de instelling door op de OK-knop te drukken.
• In de instelmodus worden de of toetsen
aanpassen.
4.2 Fabrieksinstellingen
De menu-items met hun instellingen worden in deze lijst weergegeven:
Menu onderdeel:
Instelling:
Mode
Foto, video, foto en video
PIR-interval
2-30 seconden, 1-30 minuten
(vertraging)
18
of
gebruikt om submenu's te selecteren, waarden voor datum / tijdwaarde
Omschrijving:
Er zijn drie cameramodi: foto, video en foto en video
Het interval voor het activeren van de camera kan worden ingesteld.
Dit betekent hoe snel een foto na elkaar wordt gemaakt. De
bewegingssensor van de camera wordt dan uitgeschakeld voor de
opgegeven periode ertussen. Dit voorkomt dat de kaart vol raakt
met teveel overbodige afbeeldingen.