Veiligheidsinstructies
2
Veiligheidsinstructies
2.1
Algemene veiligheid
Sluit het toestel alleen met de aansluitkabel op de 12 V sigarettenaansteker of het 12 V
boordstopcontact in het voertuig aan.
Verbind de 230 V uitgang van de omvormer niet met een andere 230 V bron.
Onderbreek bij werkzaamheden aan de omvormer altijd de stroomtoevoer!
Houd er rekening mee, dat ook na het uitvallen van de veiligheidsinrichting (zekering)
delen van de omvormer onder spanning blijven!
Trek de stekker nooit met de aansluitkabel uit de sigarettenaansteker.
Als de aansluitkabel is beschadigd, moet deze worden vervangen om gevaren te voor-
komen.
Als het toestel zichtbaar beschadigd is, mag het niet in gebruik worden genomen.
Reparaties aan dit toestel mogen uitsluitend door vakmonteurs uitgevoerd worden.
Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Trek de aansluitkabel uit het stopcontact
– voor iedere reiniging en ieder onderhoud
– na elk gebruik
Let erop dat de ventilatiesleuven niet worden afgedekt.
Bewaar de omvormer zodanig, dat kinderen er geen toegang toe hebben!
2.2
Veiligheid bij het gebruik van het toestel
Beveilig het toestel bij het gebruik in het voertuig zodanig dat een perfecte bediening
van het voertuig gegarandeerd is.
Let er voor de ingebruikneming op dat de toevoerleiding en de stekker droog zijn.
Neem het toestel nooit met natte handen in gebruik.
Gebruik het toestel alleen onder toezicht.
Gebruik het toestel niet op hete oppervlakken.
Zet het toestel niet in de buurt van open vuur of andere warmtebronnen (verwarming,
sterke zonnestraling, gasovens enz.).
Dompel het toestel nooit onder in water.
Bescherm het toestel en de kabels tegen hitte en vocht.
44
PI150
NL