Een langere levensduur wordt bereikt als de
■
accu regelmatig belast en vervolgens opnieuw
opgeladen wordt.
De accu moet van tijd tot tijd opgeladen worden
■
wanneer deze buiten de acculader wordt opge-
slagen.
Wanneer de accu minder lang mee gaat, ook
■
al is deze opgeladen, dan is deze versleten en
moet die vervangen worden.
Explosiegevaar
¾ Gebruik geen beschadigde,
defecte of vervormde accu's.
WAARSCHUWING!
Brandgevaar of materiële schade
¾ Neem de accu uit de acculader
en trek de netstekker van de
acculader eruit, wanneer de
acculader onbewaakt wordt
achtergelaten.
Mondstuk wisselen (afb. II - IV)
Verwijder de afdekking van het mondstukmagazijn
[6] en kies een geschikt mondstuk [2].
Opmerking
Mondstukken met een foutieve grootte
leiden tot fouten tijdens het nieten.
Het oude mondstuk [2] losschroeven.
■
De aan-uitschakelaar [8] indrukken en tegelijker-
■
tijd het mondstuk [2] met de sleutel [12] stevig
inschroeven.
De op dat moment ongebruikte mondstukken in
■
het mondstukmagazijn [6] steken en afdekken
met de afdekking.
Blindklinken
De blindklinknagel in het mondstuk [2] steken.
■
Plaats de blindklinknagel verticaal in de boring
■
van het werkstuk en druk deze aan.
Druk op de aan-uitschakelaar [8] en laat deze
■
na het blindklinken weer los.
Verwijder de afgescheurde nietdoorn door het
■
elektrisch werktuig naar achteren te kantelen en
de nietdoorn in de opvangbak te laten vallen of
door naar voren te kantelen door het mondstuk.
De penopvangbak [5] regelmatig leegmaken.
■
38
GEVAAR!
Bescherming tegen overbelasting
Het elektrisch werktuig is uitgerust met een overbe-
lastingsbescherming. Bij overbelasting wordt het
blindklinken onderbroken en brandt de overbe-
lastingslampje [7]. Laat de schakelaar los zodat
het elektrisch werktuig terug kan keren naar de
beginstand.
Onderhoud / verzorging
WAARSCHUWING!
Letselgevaar of materiële schade door
ondeskundige activiteiten.
¾ Neem vóór alle werkzaamheden
aan het apparaat de accu eruit.
¾ Houd het apparaat en de
ventilatiesleuven steeds schoon.
¾ De opslagplaats moet droog en
vorstvrij zijn.
¾ Apparaat niet openen.
¾ Bij alle verzorgings- en
onderhoudswerkzaamheden
de geldende veiligheids- en
ongevalpreventievoorschriften
opvolgen.
Het onderhoud van het apparaat is beperkt tot het
voedingsmechanisme evenals de slijtdelen.
Klembekken af en toe verwijderen, reinigen en
■
glijvlakken oliën.