NEDERLANDS
VEILIGHEID
1. Lees de gebruiksaanwijzing
voor de sproeier en de
tractorhandleiding
voordat u de sproeier gebruikt.
2. U mag nooit kinderen de sproeier laten bedienen.
3. U mag niet toetaten dat iemand op deze sproeier zit of meerijdt.
4. Houd iedereen van het terrein af, dat geldt vooral voor Heine
kinderen.
5. Lees het chemicalienetiket
voordat u de chemicalien hanteert of
vermengt.
6. Draag een veitigheidsbrit en handschoenen
wanneer u
gazonchemicalien
hanteert of sproeit.
7. Niet op dagen met wind sproeien.
8. Ken het vermogen van uw tractor. Remmen en stabititeit van de
tractor kunnen anders zijn als deze sproeier eraan is bevestigd.
9. RIJD NIET OP STEILE HELLINGEN.
Neem de instructies voor
veitig rijden op hettingen in de tractorhandleiding
zorgvuldig
door.
10. Rijd langzaam op ruw terrein, langs beken of sloten en op
heuvets om te voorkomen dat u controle verliest.
MONTAGE
Dit is de betekenis van de gebruikte symbolen in de itlustraties:
Nog niet vastdraaien.
Nu stevig vastdraaien.
2. Schat de grootte van het te sproeien terrein en de hoeveetheid
sproeimiddel
die u nodig hebt. Daarmee kunt u voorkomen dat
er een restant sproeimiddet in de tank achterbtijft.
3. Zie het onderstaande
dosisdiagram
voor de snetheid die nodig
is om de dosis te bereiken die de fabrikant aanbeveelt.
DOSISDIAGRAM
LITER/100
M2
5,30
2,73
1,83
1,34
1,10
0,53
4. Gebruik schoon water om de juiste sproeidruk voor de arm
in te stetlen. Zet de sproeiarmknop
op ON (aan). Blijf de
verschitdrukregelaar
ergens tussen HI (hoog) en LOW (laag)
plaatsen tot u een vaste sproeistraal
hebt gekregen. Als de
sproeistraal
begint te sputteren, is de druk te laag. Bij nevel is
de druk te hoog.
5. Giet de chemische oplossing in de tank en volg daarbij de
aanbevetingen
van de fabrikant.
6. Zet de sproeiarmen
in de sproeistand.
Schuif de sproeiers
hetemaal uit naar het einde van de gteuven zodat de
sproeimonden
lets meer dan een meter uit etkaar komen te
liggen. Stet de sproeimonden zo bij dat ze circa 35 cm boven de
grond liggen.
BEDIENING
POMPDRUKSCHAKELAAR
De pompdrukschaketaar
schakett de pomp uit wanneer deze zijn
maximumdruk
bereikt. Sproeien
met heel weinig vtoeistof kan tot
gevolg hebben dat de schaketaar de pomp in een snetle cyclus in-
en uitschakelt. Voorkom dat een dergetijke cyclus van snet in- en
uitschaketen tang achtereen gebeurt.
AAN=UITKNOP
De AAN-UITKNOP
schakelt de toevoer naar de sproeiarm af.
AFSTELBARE
SPUITMOND
Door aan de spuitmond te draaien, stett u de sproeistraal af van een
kegetvormige nevel tot een vaste straal.
VOORDAT U BEGINT
1. Bevestig de sproeier aan de koppethaak van de tractor.
2. Sluit de rode draad van de pompkabet aan op de positieve (+)
aansluiting en de bruine draad op de negatieve (-) aanstuiting.
3. Controleer met water op lekken. Repareer lekkend beslag met
teflontape.
WAARSCHUWING:
uitsluitend aansluiten op een 12
volt accu.
DE SPROEIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING:
Draag
een
veitigheidsbrit
en
handschoenen
bij het werken met gazonchemicalien.
1. Stet de dosis (liter per 100 m2) vast en ga daarbij uit van de
aanbevelingen
van de chemicalienfabrikant.
7. Begin te sproeien en zorg dat u bij etke ronde of draai die u
maakt de sproeistraal
lets taat overlappen met het deel dat u net
hebt besproeid.
8. Zorg ervoor uit de buurt te blijven van planten, struiken en
bomen om te voorkomen dat de vtoeistof dit gevoetige groen
raakt.
DE HANDSPROEIER
GEBRUIKEN
9. Zet de knop op OFF (uit) om de sproeiarm af te sluiten.
ONDERHOUD
NA ELK GEBRUIK
1. Vul de sproeier deets met water en pomp het water door de
sproeiers en handsproeier. Reinig met de handsproeier de
binnenkant van de tank.
2. Vul de tank nogmaals voor de hetft met water en een oplossing
die de chemicali_n neutraliseert, en herhaat de bovenstaande
reinigingsinstructies.
Volg de instructies van de fabrikant voor
tozing van alte chemicalien.
WANNEER NODIG
3. Reinig periodiek de tankfilter aan het einde van de invoerslang.
Haal de nylon wartetmoer van de slang af, trek het filter eruit en
spoet hem met water.
4. Reinig ook de filters in de spuitmonden regetmatig. Haal de
spuitmond los, trek het filter eruit en spoet hem met water.
WINTERSTALLING
5. Laat alle water wegtopen uit de sproeier, en vooral uit de pomp
en handsproeier. Juist deze twee onderdeten zijn gevoetig voor
schade door bevriezing.
6. Maak de sproeier klaar voor de winter door een oplossing van
50-50 water en een camperantivriesmiddet
door de sproeiarmen
te pompen.