Descargar Imprimir esta página

TESY ESP32 Instrucciones De Uso página 83

Módulo de comunicación inalámbrico incorporado (wi-fi) para un convector eléctrico

Publicidad

1.3.
Als uw e-mailadres en wachtwoord correct zijn ingevoerd, verschijnen uw
in de TesyCloud-app geregistreerde apparaten op het „Hoofdscherm" van de
applicatie. Indien de gegevens verkeerd worden ingevoerd, blijft de lijst met
aangesloten apparaten leeg.
1.4.
Gebruik de functie „Wachtwoord vergeten?" als u uw wachtwoord bent
vergeten. Op het door u opgegeven e-mailadres ontvangt u een bevestigingscode
en de mogelijkheid om uw wachtwoord te wijzigen.
2.
Voeg een nieuw apparaat van het merk Tesy toe aan de app MyTESY.
2.1.
Druk op de knop „+" in het startscherm.
Het volgt een lijst met de vereisten die nodig zijn om het apparaat succesvol toe te
voegen. Selecteer de knop „Doorgaan".
2.2.
Selecteer het type apparaat dat u wilt toevoegen.
Aansluiting van convectors modellen CN06; CN031; CN051; CN052;
2.3.
Op het scherm worden instructies weergegeven voor het voorbereiden van
verbinding met het geselecteerde apparaat met behulp van opdrachten op het
bedieningspaneel. Selecteer de knop „Doorgaan".
2.4.
Het wordt naar MyTESY-compatibele apparaten gescand. Wanneer uw
apparaat wordt gedetecteerd, wordt een bericht weergegeven om verbinding te
maken met een Tesy-CN06 AS-apparaat. Om door te gaan met het deelnameproces,
bevestig met de knop „Connect/Verbinden".
Let op: Controleer of het Wi-Fi netwerk van de convector is ingeschakeld,
er staat een indicatie op het scherm
houdt u Mode voor 3 seconden ingedrukt, met behulp van de knoppen
Omhoog/Omlaag om de Wi-Fi- functie te vinden, selecteert vervolgens "Aan"
en bevestigt u met de knop "Mode".
2.5.
Selecteer uw lokale draadloze Wi-Fi-netwerk en druk op de knop „Doorgaan".
Opmerking: als uw netwerk niet zichtbaar is in de lijst met netwerken,
drukt u op de knop „Scannen" om de lijst te vernieuwen.
2.6.
Voer het wachtwoord van het geselecteerde netwerk in en druk op de knop
„Doorgaan".
2.7.
Bevestig de verbinding met het geselecteerde netwerk met behulp van de
knop Mode op het bedieningspaneel van het apparaat.
2.3.
Voer in het volgende scherm de naam van het apparaat in en selecteer het
vermogen van het apparaat in de vervolgkeuzelijst.
Druk op "Continue/ Doorgaan".
Let op: Het vermogen staat aangegeven op de typeplaat van het
apparaat.
Er verschijnt een bericht over een succesvol toegevoegd apparaat aan uw account
en na de knop „Beëindigen" verschijnt het apparaat in het hoofdscherm van de app.
Aansluiting van convectors modellen CN04; CN03;
2.3.
Op het scherm worden instructies weergegeven voor het voorbereiden van
verbinding met het geselecteerde apparaat met behulp van opdrachten op het
bedieningspaneel.
2.4.
Voer handmatig de naam van het draadloze netwerk van het toestel in of scan
de QR-code.
Opmerking: De naam van het draadloze netwerk is gevoelig voor
hoofdletters en kleine letters.
Opmerking: De QR-code en de naam van het draadloze netwerk zijn
aangeduid op een label naast het typeplaatje van het toestel.
2.5.
Selecteer uw lokale draadloze Wi-Fi-netwerk en druk op de knop „Doorgaan".
2.6.
Voer het wachtwoord van het geselecteerde netwerk in en druk op de knop
„Doorgaan".
2.7.
Op het volgende scherm moet u invoeren:
2.7.1.
Voer het e-mailadres in waarmee uw profiel is geregistreerd.
2.7.2.
Bij sommige modellen kunt u op dit scherm een naam van het apparaat
invoeren.
2.7.3.
Voor modellen waarbij het netwerk dat door het apparaat wordt
uitgezonden toegankelijk blijft nadat u zich hebt aangesloten, kunt u een
wachtwoord invoeren om het te beschermen.
Na een succesvolle verbinding met uw lokale draadloze Wi-Fi-netwerk en daarmee
met internet, wordt het hoofdscherm van de applicatie geopend. Uw apparaat
wordt toegevoegd aan de lijst met apparaten.
Opmerking: Indien op uw scherm een bericht verschijnt dat er een
verbindingsfout is opgetreden, controleer het ingevoerde wachtwoord
of de toegang tot en/of de kwaliteit van uw internetdienst
Opmerking: om de naam van het toegevoegde apparaat te wijzigen in
de gewenste naam, klikt u op het apparaat in de lijst met apparaten en
selecteert u in het geopende venster de knop „... " . Selecteer in het geopende
menu „Apparaat hernoemen".
APPARAATBEHEER
/QUICK START ��/
Selecteer uit de lijst met geregistreerde apparaten het apparaat dat u wilt bedienen.
Er wordt een scherm met bedieningselementen geopend waarmee u de
bedrijfsmodus kunt selecteren, de huidige status van het apparaat kunt controleren
en een gedetailleerd rapport kunt maken over het energieverbruik.
Nederlands
.Om de functie in te schakelen,
1.
Uw toestel inschakelen/uitschakelen
2.
Modus „Handmatige bediening"
3.
Modus „Programma"
4.
Modus "Eco"
5.
Modus "Comfort"
6.
Modus "Slaap"
7.
Modus "Uitgestelde start"
8.
Functie "Toetsenbordvergrendeling"
9.
Extra instellingen
10.
Hoofdscherm
1.
Om uw apparaat te kunnen bedienen, dient u het in te schakelen.
2.
Modus "Handmatige bediening" - De functie is actief voor alle modellen.
Bij het selecteren van de modus "Handmatige bediening" kunt u de gewenste
temperatuur in de verwarmde ruimte instellen door de schuifregelaar naar links en
rechts te bewegen. Het verwarmingspictogram
het opwarmen. Als het toestel de ingestelde waarden heeft bereikt, verschijnt er een
melding op het scherm "Ready" / "Gereed".
3.
Modus „Programma"
, wekelijkse programmeur) - De functie is actief
voor alle modellen.
3.1.
De activering van de modus „Programma" gebeurt via de knop "Activate" /
„Activeren". Er verschijnt een bericht waarin staat dat bij het activeren van deze
modus het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld.
3.2.
Het toevoegen/bewerken van de instellingen van de modus „Programma"
gaat via de knop "Edit" / "Bewerken". In dit menu heeft u de mogelijkheid om een
werkschema voor elk programma op te stellen en het indien nodig te wijzigen.
Voeg een programma voor een bepaalde dag van de week toe:
Er wordt een nieuw venster geopend waarin u de mogelijkheid heeft:
Adaptieve start aan/uit - deze functie voorspelt en initieert de optimale start
van de verwarming om de ingestelde temperatuur op het gewenste tijdstip te
bereiken;
Keuze van een dag van de week;
Optie om de huidige instellingen voor alle dagen van de week te kopiëren;
„Programma toevoegen" - selectie van tijdbereik en temperatuurinstelling.
3.3.
Selectie van tijdbereik en temperatuurinstelling:
Er wordt een nieuw venster geopend waarin u de mogelijkheid heeft:
Stel in het veld "From"/ „van" de starttijd in;
Stel in het veld „Till"/ „tot" de eindtijd in;
Temperatuurselectie via de schuifknop
Sla de instellingen op via de knop "Save"/ „Opslaan"
4.
Eco-modus – ter activering druk op
De functie is actief voor modellen: FinEco CN 06; HeatEco CN 031; LivEco CN 051.
Het bewerken van de instellingen van de Eco-modus gebeurt via de knop "Edit" /
„Bewerken". In dit menu heeft u de mogelijkheid om de standaardtemperatuur en de
tijd nadat het apparaat overschakelt naar de comfortmodus met de schuifregelaar te
wijzigen. De correctie wordt bevestigd met de knop "Save"/ „Opslaan".
De modus wordt gedeactiveerd via de knop "Deactivate"/ „Deactiveren".
5.
Comfortmodus - ter activering druk op
De functie is actief voor modellen: FinEco CN 06; HeatEco CN 031; LivEco CN 051.
Het bewerken van de instellingen van de comfortmodus gebeurt via de knop "Edit"
/ „Bewerken". In dit menu heeft u de mogelijkheid om de standaardtemperatuur te
wijzigen met behulp van de schuifregelaar. De correctie wordt bevestigd met de
knop "Save"/ „Opslaan".
De modus wordt gedeactiveerd via de knop "Deactivate"/ „Deactiveren „.
6.
Slaapmodus – ter activering druk op
De functie is actief voor modellen: FinEco CN 06; HeatEco CN 031; LivEco CN 051.
Het bewerken van de instellingen voor de slaapmodus gebeurt via de knop
"Edit" / „Bewerken". In dit menu kunt u de tijd wijzigen nadat het apparaat in de
comfortmodus gaat met behulp van de schuifregelaar. De temperatuur in de
slaapmodus is 3 graden lager dan de ingestelde waarde in de comfortmodus. De
correctie wordt bevestigd via de knop "Save" / „Opslaan".
De modus wordt gedeactiveerd via de knop "Deactivate" / „Deactiveren".
7.
Modus "Uitgestelde start" - De functie is actief voor alle modellen.
Тer activering druk op
. A message activeren van deze modus automatisch de
modus waarin het apparaat zich bevindt uitschakelt. De instellingen van de modus
"Uitgestelde Start" worden gedaan via de knop "Edit" / „Bewerken". In dit menu kunt
u met de schuifregelaars de temperatuur en de tijd na het inschakelen van het
apparaat aanpassen. De correctie wordt bevestigd met de knop "Save" / „Opslaan".
De modus wordt gedeactiveerd via de knop "Deactivate" / „Deactiveren".
8.
Functie "Toetsenbordvergrendeling" - De functie is actief voor alle modellen.
U kunt de toetsen vergrendelen om te voorkomen dat de instellingen worden
gewijzigd via de knop
.
Gebruikers - en opslaghandleiding van paneelconvector
verschijnt op het scherm tijdens
.
.
.
83
NL

Publicidad

loading