6.2 Verwisselen van slijpschijven (fi g. 8)
Voor het verwisselen van slijpschijven hebt u de
bijgaande haaksleutel (5) nodig. De haaksleutel
(5) is in de extra handgreep (3) opgeborgen. Trek
desgewenst de haaksleutel (5) de extra hand-
greep (3) uit.
Let op! Om veiligheidsredenen mag de haakse
slijper niet met ingestoken haaksleutel (5) in wer-
king worden gesteld.
Waarschuwing!
Netstekker uit het stopcontact trekken.
•
Eenvoudige verwisseling van schijf door spil-
vergrendeling.
•
De spilvergrendeling indrukken en de slijp-
schijf vergrendelen.
•
De flensmoer met behulp van de voorgatsleu-
tel open draaien. (fig. 8)
•
Verwissel van slijp- of snijschijf en draai dan
de flensmoer met de voorgatsleutel weer
vast.
Aanwijzing!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisse-
len van schijf blijven drukken.
Bij slijp- of snijschijven tot ongeveer 3 mm dikte
de fl ensmoer met de vlakke kant naar de slijp- of
snijschijf vastschroeven.
6.3 Plaatsing van de fl ensen bij gebruik van
slijpschijfen en snijschijven (afb. 9-12)
•
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen of rechte slijpschijf (afb. 10)
a) Spanfl ens
b) Flensmoer
•
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen snijschijf (afb. 11)
•
a) Spanflens
•
b) Flensmoer
•
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
rechte snijschijf (afb. 12)
a) Spanfl ens
b) Flensmoer
6.4 MOTOR
De motor moet tijdens de bewerking goed ver-
lucht worden. Daarom moeten de verluchtingso-
peningen altijd schoon gehouden worden.
Anl_TC_AG_125_850_Kit_SPK13.indb 69
Anl_TC_AG_125_850_Kit_SPK13.indb 69
NL
6.5 SLIJPSCHIJVEN
•
De slijp- of snijschijf mag nooit groter zijn dan
de voorgeschreven diameter.
•
Controleer vóór het gebruik van de slijp- of
snijschijf haar aangeduid toerental.
•
Het maximumtoerental van de slijp- of
doorslijpschijf moet hoger zijn dan het statio-
nair toerental van de haakse slijper.
•
Gebruik enkel slijp- of snijschijven die toe-
gelaten zijn voor een minimum toerental van
12.000 min
en voor een omtreksnelheid van
-1
80 m/sec.
•
Let bij gebruik van diamantsnijschijven op
de draairichting. De draairichtingspijl op de
diamantsnijschijf moet overeenkomen met de
richtingspijl op het gereedschap.
Let vooral bij de slijplichamen op een behoorlijke
berging en transport. Stel de slijplichamen nooit
bloot aan stoten, schokken of scherpe kanten
(b.v. tijdens het transport of bij het opbergen in
een gereedschapskist). Daardoor zou schade
aan de slijplichamen, zoals b.v. barstjes, kunnen
worden berokkend en de gebruiker in gevaar kun-
nen worden gebracht.
Waarschuwing!
6.6 WERKWIJZE
6.6.1 Schrobslijpen
Let op! De beschermkap voor het slijpen
gebruiken (bij de leveringsomvang begrepen).
Het best resultaat bij het schrobslijpen word be-
reikt als U de slijpschijf in een hoek van 30° tot
40° ten opzichte van het slijpvlak aanzet en gelijk-
matig over het werkstuk heen en weer beweegt.
6.6.2 Snijslijpen
Let op! De beschermkap voor het doorslij-
pen gebruiken (montage zie 5.3). Bij het snijden
de haakse slijper niet in het snijvlak kantelen. De
snijschijf moet een intacte snijrand hebben. Voor
het snijden van hard gesteente gebruikt U het
best een diamant-snijschijf.
Asbest-houdende materialen mogen niet
bewerkt worden!
Gebruik nooit snijschijven voor het
- 69 -
24.08.2023 09:41:54
24.08.2023 09:41:54