Descargar Imprimir esta página

HIKOKI C 3607DRA Instrucciones De Manejo página 100

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 107
Nederlands
Dit krachtgereedschap is uitgerust met een subgeleider
(B). Gebruik de subgeleider (B) bij het zagen van rechte
hoeken en het maken van rechtse afschuiningen. U
verkrijgt dan een stabiele versnijding van het materiaal
met een breed achtervlak. Wanneer u een linker
hellingshoek zaagt, draait u de 6 mm knopbout los en
schuift u vervolgens de subgeleider (B) naar buiten,
zoals afgebeeld in Afb. 15.
7. Gebruik van een inktstreep (Afstellen van de
bescherming) (Afb. 16)
(1) Snijden van een rechte hoek
Draai de 6 mm knopbout los en breng het uiteinde van
de afscherming in contact met het werkstuk.
Lijn de inktstreep op het werkstuk uit met de groef in
de afscherming om het werkstuk langs de inktstreep te
snijden.
(2) Versteksnijden en samengesteld snijden (Versteksnijden
+ Afschuiningssnijden)
Wanneer u het motorgedeelte laat zakken, komt
de onderste afscherming omhoog en verschijnt het
zaagblad.
Lijn de inkstreep uit met het zaagblad.
LET OP
Wanneer de draaitafel bij sommige opstellingen wordt
rondgedraaid, zal de afscherming bij de geleider naar
buiten steken. Draai de 6 mm knopbout los en duw de
afscherming naar de ingetrokken positie. Til nooit de
onderste afscherming omhoog terwijl het zaagblad
ronddraait. Bij het snijden naar rechts onder een hoek
van 45° of meer moet de afscherming naar achteren
worden geschoven. (Afb. 16)
De afscherming en subgeleider (A) en subgeleider
(B) kunnen anders contact maken en de snijprestatie
nadelig beïnvloeden, en tevens kan dit resulteren in
beschadiging van de afscherming.
8. Positie van de laserstreep afstellen
De
inktstreep
lasermarkeerinrichting
lasermarkeerinrichting wordt met een schakelaar
ingeschakeld (Afb. 1).
Afhankelijk van uw snijkeuze kan de laserlijn worden
uitgelijnd met de linkerkant van de snijwijdte (zaagblad),
of de inktstreep aan de rechterkant.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de laserstreep
afgesteld op de breedte van het zaagblad. Stel de positie
van het zaagblad en de laserstreep af overeenkomstig
de hierna volgende instructies.
(1) Laat de lasermarkeerinrichting oplichten en maak een
groef van ongeveer 5 mm diep in het werkstuk dat
20 mm hoog en 150 mm breed is. Houd het gegroefde
werkstuk dan in de klem vast en beweeg het niet. Zie
"18. Procedure voor het zagen van groeven" voor details
betreff ende het maken van groeven.
(2) Draai aan de afsteller en verschuif de laserstreep. (Als
u de afsteller naar rechts draait, schuift de laserstreep
naar rechts; als u de afsteller naar links draait, schuift
de laserstreep naar links.) Wanneer u werkt met de
inktstreep uitgelijnd met de linkerkant van het zaagblad,
dient de laserstreep met het linker eind van de groef
te worden uitgelijnd (Afb. 17). Wanneer u uitlijnt op de
rechterkant van het zaagblad, breng de laserstreep dan
in lijn met de rechterkant van de groef.
(3) Nadat de positie van de laserstreep is uitgelijnd, trekt u
een haakse inktstreep op het werkstuk en lijnt dan de
inktstreep uit met de laserstreep. Bij het uitlijnen van
de inktstreep schuift u het werkstuk steeds een klein
stukje en bevestigt het dan met behulp van de klem op
de plaats waar de laserstreep de inktstreep overlapt.
Werk opnieuw aan de groef en controleer de positie van
de laserstreep. Als u de positie van de laserstreep wilt
veranderen, moet u de afstellingen beschreven in de
stappen (1) t/m (3) opnieuw maken.
kan
gemakkelijk
aan
worden
gekoppeld.
WAARSCHUWING
○ Wees uiterst voorzichtig bij het gebruik van een
trekschakelaar voor het verstellen van de positie van de
laserlijn, omdat de accu tijdens gebruik in de machine
zit.
Als u de trekschakelaar per ongeluk bedient, kan het
zaagblad gaan draaien, met mogelijk letsel tot gevolg.
○ Verwijder de lasermarkeerinrichting niet om deze voor
andere doeleinden te gebruiken.
LET OP (Afb. 18)
○ Laserstraling – Kijk niet in de straal.
○ Laserstraling op de werktafel. Kijk niet in de straal.
Als u rechtstreeks in de straal kijkt, kan dit oogletsel
veroorzaken.
○ Probeer de laser niet te demonteren.
○ Stel de lasermarkeerinrichting (hoofdblok van het
gereedschap) niet aan harde schokken bloot. De positie
van de laserstreep kan namelijk verstoord worden en de
laserinrichting kan beschadigd raken.
○ Laat de laser alleen oplichten tijdens het snijden.
Onnodig oplichten van de laser kan resulteren in een
kortere levensduur.
○ Het gebruik van regelaars of het maken van afstellingen
die niet in deze handleiding staan beschreven, kan
resulteren in blootstelling aan gevaarlijke laserstraling.
OPMERKING
○ Zagen als de inktlijn overlapt met laserlijn.
○ Indien de inktlijn en de laserlijn elkaar overlappen, zal de
intensiteit van het licht veranderen, hetgeen zal resulteren
in een stabiele snijoperatie omdat de eenduidigheid van
de lijnen gemakkelijk te onderscheiden is. Dit leidt tot
een minimum aan zaagfouten.
○ Bij gebruik buitenshuis of in de buurt van een raam is het
mogelijk dat u de laserstreep niet goed ziet als gevolg
van het zonlicht. Werk in dat geval op een plaats die niet
in de zon is zodat u de laserstreep duidelijk kunt zien.
de
○ Controleer regelmatig of de positie van de laserlijn in
De
orde is. Om dit controleren tekent u op een werkstuk een
rechthoek met een hoogte van 20 mm en een breedte
van 150 mm, waarna u controleert of de laserlijn gelijk
loopt aan de inktlijn [Het verschil tussen de inktlijn en
laserlijn dient minder te zijn dan de breedte van inktlijn
(0,5mm)] (Afb. 19).
9. Zagen
(1) De breedte van het zaagblad is tevens de breedte van
de zaagsnede (zie Afb. 20). Als gevolg hiervan, schuift
u het werkstuk naar rechts (bezien vanuit de bediener)
wanneer lengte
lengte is
is verlangd.
Indien een lasermarkering wordt gebruikt, lijn dan de
laserlijn uit met de linkerzijde van het zaagblad, en
vervolgens lijnt u de inktlijn uit met de laserlijn.
(2) Nadat de stroom is ingeschakeld en het zaagblad op het
maximum toerental is gekomen, dient u de handgreep
langzaam naar beneden te brengen terwijl u de hendel
(A) ingedrukt houdt en het zaagblad in de buurt van het
te zagen materiaal brengen.
(3) Wanneer het zaagblad contact maakt met het werkstuk,
duwt u de handgreep geleidelijk naar beneden om in het
werkstuk te snijden.
(4) Wanneer het werkstuk tot de gewenste diepte is
gesneden, schakelt u het gereedschap uit en laat het
zaagblad dan volledig tot stilstand komen voordat u
de handgreep omhooghaalt van het werkstuk om deze
weer in de volledig ingetrokken positie te zetten.
LET OP
○ Raadpleeg de tabel met "SPECIFICATIES" voor de
maximale zaagcapaciteit.
○ Een hogere druk op de handgreep resulteert niet in een
hogere snijsnelheid. Integendeel, bij een te hoge druk
kan de motor overbelast worden en/of het snijrendement
afnemen.
100
is verlangd, of naar links, wanneer

Publicidad

loading