4.11 Instellen van het volume van de muziek
Het volume van de achtergrond muziek heeft verspreid naar elke zone
kan worden aangepast via de nodige controles ZONE MUSIC LEVEL (9)
op het voorpaneel van het apparaat.
4.12 Voorrang van microfoon en waarschuwingssignaal
PR-contacten gesloten en +12 V klemmenblok (31) zwijgen alle ingangen
met uitzondering MIC.1 en TEL/EMERG. Afsluiting van het contact
veroorzaakt een twee-tonen attentiesignaal (CHIME): het niveau van het
attentiesignaal kan gewijzigd worden met de betreffende trimmer LEV.
(17).
Opmerkingen: het attentiesignaal kan gedesactiveerd worden aan de
hand van de procedure beschreven in hoofdstuk 5 "Instellingen".
4.13 Vermogensuitgangen
De vermogensuitgangen voor de geluidverspreiders zijn beschikbaar op het
klemmenbord (33). Het is mogelijk een geluidverspreiderinstallatie tot stand
te brengen zowel met gebruik van lage impedantie-geluidverspreiders (afb.
4.13.1) als met geluidverspreiders voorzien van lijnversterker (afb. 4.13.2).
In beide gevallen moet de totale belasting zodanig zijn dat de versterker
niet overbelast wordt: gebruik geen luidsprekers of luidsprekergroepen
met een lagere impedantie dan de nominale impedantie van de aansluiting
waarmee ze zijn verbonden. Bovendien dient bijzondere aandacht te
worden besteed aan de berekening van de impedanties indien het gaat om
gemengde geluidssystemen (met lage impedantie en constante spanning).
In tabel 4.13.3 zijn de nominale spannings-en impedantiewaarden voor de
diverse uitgangen aangegeven.
4.14 Uitgang recorder en aansluiting equalizer
In gevallen waarin akoestische bewerking van het signaal vereist is, is het
mogelijk een equalizer of andere signaalverwerker aan te sluiten op de
aansluitingen PWR IN en PRE OUT (28) van het apparaat. Voor installatie
van de equalizer moet de schakelaar LINK op de achterkant van het
apparaat in de stand OFF staan. Deze installatie maakt akoestische correctie
van ruimtes met bijzonder veel galm en onderdrukking van akoestische
feedback luidspreker-microfoon (Larsen effect) mogelijk. Indien er geen
externe apparatuur is aangesloten via de aansluitingen PWR IN e PRE
OUT, moet de schakelaar LINK in de stand ON staan om de continuïteit
van de versterkingsketen te handhaven.
Op de uitgangsaansluiting TAPE OUT (29) is het stuursignaal van het
vermogensdeel beschikbaar, bestaand uit de menging van de verschillende
bronnen vóór de algemene volumeregeling MASTER (6).
Dit signaal kan gebruikt worden voor het besturen van vermogenseenheden
en/of naar een opnameplaat gestuurd worden.
T
E
E
H
S
A
4.11 Ajustar el volumen de la música
El volumen de la música de fondo se ha extendido a todas las zonas
solo se puede ajustar a través de los controles adecuados ZONE MUSIC
LEVEL (9) en el panel frontal del aparato.
4.12 Precedencia microfónica y señal de preaviso
Cerrando los contactos PR y +12V de la regleta (31) se enmudecen todas
las entradas salvo MIC.1 y TEL./EMERG. El cierre del contacto genera
una señal de preaviso de dos tonos (CHIME): es posible modificar el nivel
de la señal de preaviso actuando sobre el correspondiente condensador
de ajuste LEV. (17).
Nota: la señal de preaviso se puede desactivar efectuando el proceso
indicado en el Cap. 5 "Configuraciones".
4.13 Salidas de potencia
Las salidas de potencia para los difusores se encuentran en la regleta (33).
Es posible realizar una instalación de difusión sonora utilizando difusores
de baja impedancia (fig. 4.13.1) o difusores dotados con traslador de línea
(fig. 4.13.2). En ambos casos la carga total no debe ser tal que sobrecargue
el amplificador: es decir no aplicar difusores o grupos de difusores con
impedancia más baja que la nominal de la toma a la cual están conectados.
Se recomienda así mismo prestar particular atención al cálculo de las
impedancias si se deben realizar instalaciones de difusión mixtas (de baja
impedancia y con tensión constante).
En la tabla 4.13.3 se indican los valores nominales de tensión y de
impedancia para las diferentes salidas.
Afb./Fig. 4.13.1
Uitgang • Salida
PA6120
8 Ω
31 V
50 V
20,8 Ω
70 V
40,8 Ω
100 V
83,3 Ω
4.14 Salida grabadora y toma equalizador
En los casos en que fuese necesaria una elaboración acústica de la señal,
es posible conectar un ecualizador, u otro procesador de señal, en las tomas
PWR IN y PRE OUT (28) del aparato. Para la activación del ecualizador
el interruptor LINK, situado en la parte trasera del aparato, debe estar en
la posición OFF. Esta realización permite corregir acústicamente ambientes
particularmente reverberadores y suprimir la retroacción acústica difusor-
micrófono (efecto Larsen). Si con el amplificador no hay conectados,
mediante las tomas PWR IN y PRE OUT, aparatos externos, el interruptor
LINK debe ponerse en la posición ON para mantener la continuidad de
la cadena amplificadora.
En la toma de salida TAPE OUT (29) hay disponible la señal de pilotaje
de la parte de potencia formada por la mezcla de las diversas fuentes
antes del mando de volumen general MASTER (6). Dicha señal puede ser
utilizada para pilotar unidades de potencia y/o ser enviada a una platina
grabadora.
T
A
D
PA6240
43,8 V
10,4 Ω
20,4 Ω
41,7 Ω
Tab. 4.13.3
PA6000 SERIES
Afb./Fig. 4.13.2
39