4.
De hechtbandjes waarmee het beveiligingssysteem aan het voertuig is bevestigd,
moeten zijn gespannen.
5.
Zorg ervoor dat de heupgordels laag lopen en het bekken voldoende beveiligen.
6.
Als het product aan sterke invloeden (bv. stoten/aanrijding) is blootgesteld, moet
dan worden vervangen.
7.
Wijzig niets aan de autostoel en voeg geen nieuwe onderdelen toe zonder de
goedkeuring van de goedkeuringsinstantie. Om het kind maximale veiligheid
te garanderen, moet de uitrusting volgens de instructies worden bevestigd en
gebruikt.
8.
De kunststof onderdelen van dit autostoeltje kunnen in de zon warm worden en
vervolgens de brandwonden veroorzaken.
9.
Laat uw kind nooit alleen in een autostoeltje.
10. Bagage en andere voorwerpen moeten zo worden vastgezet dat ze bij een aanrijding
geen letsel kunnen veroorzaken.
11. Het autostoeltje mag niet zonder de textiel hoes worden gebruikt.
12. De hoes kan niet door een andere uit een andere set worden vervangen. Het is een
integraal onderdeel van de set en beïnvloedt de werking van het beveiligingssysteem.
13. Neem deze gebruiksaanwijzing altijd mee.
14. Lees de gebruiksaanwijzing van de voertuigfabrikant.
15. Het systeem zal mogelijk niet op alle goedgekeurde voertuigen passen wanneer
ingesteld voor een bereik van meer dan 135 cm.
OMSCHRIJVING VAN HET SYSTEEM (AFB. A)
1.
Hoofdsteun
2.
Geleider van schoudergordel
3.
Rugleuning
4.
Zitting
5.
Geleider van heupgordel
6.
Verstelhendel van de hoofdsteun
7.
ISOFIX - armen
‑ 41 ‑
NL