Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
1
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
3
Druk op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
EQ3
Een equalizercurve selecteren uit
7 muziektypen.
DSO (dynamische soundstage-indeling)
Het geluid van de luidsprekers wordt verbeterd.
De DSO-stand selecteren: "1", "2", "3" of
"OFF". Hoe groter het getal, des te duidelijker
het effect.
LOW*
1
, MID*
1
, HI*
BAL (balans)
De geluidsbalans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen.
FAD (fader)
Het relatieve geluidsniveau tussen de voor- en
achterluidsprekers aanpassen.
SUB (subwoofervolume)
Het volume van de subwoofer aanpassen.
AUX (AUX-niveau)*
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
randapparaat: "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
*1 Als EQ3 is ingeschakeld.
*2 Als de AUX-bron is geactiveerd.
18
1
(pagina 18)
2
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1
Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op de selectietoets om
"EQ3" te selecteren.
2
Draai de regelknop om "CUSTOM" te
selecteren.
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
4
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.
Herhaal stap 3 en 4 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u de
selectietoets ingedrukt voordat het instellen is
voltooid.
5
Druk op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.