3. Verwijder de alkalinebatterijen door ze een voor een
voorzichtig uit de portofoon te halen.
4. Sluit de batterijklep en draai de borgschroef weer vast.
Opmerking: Verwijder het NiMH-accupak en de AA-
batterijen voorzichtig. Gebruik geen scherpe
of geleidende voorwerpen om het accupak of
de batterijen te verwijderen.
Zorg ervoor dat de portofoon helemaal droog
is voordat u batterijen plaatst of verwijdert. De
afdichting van het batterijvak mag niet vuil zijn
voordat de klep wordt geplaatst.
Verwijder het accupak en de batterijen wanneer
u uw portofoon langere tijd niet gebruikt.
Batterijen oxideren na verloop van tijd. Dat kan
leiden tot permanente schade aan uw portofoon.
Batterijmeter van de portofoon
Het batterijpictogram van de portofoon toont het batterijniveau
van volledig opgeladen
één streepje over is, waarschuwt de portofoon u met een
pieptoon. Die klinkt met regelmatige tussenpozen, en na het
loslaten van de PTT-toets (melding voor laag batterijniveau).
Onderhoud van de batterijen
1. Laad het NiMH-accupak elke 3 maanden op als u de
portofoon niet gebruikt.
2. Verwijder het accupak en de batterijen na gebruik en bewaar
ze elders.
3. Bewaar het NiMH-accupak bij een temperatuur tussen
-20 °C en 35 °C, en bij een lage luchtvochtigheid. Vermijd
vochtige omstandigheden en bijtende materialen.
tot leeg
. Wanneer er nog
De Micro-USB-oplader gebruiken
Met de micro-USB-oplaadpoort kunt u het NiMH-accupak
gemakkelijk opladen.
1. Zet de portofoon uit.
2. Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USB-oplaadpoort
van de portofoon. Steek het andere uiteinde van de micro-
USB-oplader in het stopcontact.
3. Een lege batterij is na acht uur volledig opgeladen.
4. De batterijmeter vult zich als de batterij wordt opgeladen.
Opmerking: Bij sterke wisselingen tussen hoge en lage
temperaturen dient u het NiMH-accupak niet op
te laden voor het de omgevingstemperatuur
heeft aangenomen (doorgaans na ongeveer
twintig minuten).
Voor een optimale levensduur van de batterij
verwijdert u de oplader binnen 16 uur uit de
portofoon. Berg de portofoon niet op als deze
is aangesloten op de oplader.
De riemklem bevestigen en verwijderen
1. Bevestig de riemklem aan de TALKABOUT-plaat aan de
achterzijde van de portofoon en klik de klem vast.
2. Bevestig de riemklem aan een zak of riem en klik de klem
vast.
Verwijderen
1. Druk op de ontgrendeling bovenop de riemklem om deze te
ontgrendelen.
2. Maak de riemklem los van de achterkant van de portofoon.
De portofoon aan- en uitzetten
Houd de
Aan/uit-toets ingedrukt om de portofoon in te
schakelen.
1. Als de portofoon is ingeschakeld klinkt er een pieptoon en
worden kort alle beschikbare functiepictogrammen getoond.
2. Het scherm toont daarna het huidige kanaal, de code en alle
functies die zijn ingeschakeld.
5