De nevelmachine voorbereiden
1.
Verwijder het vloeistofreservoir. Verwijder ook de dop.
2.
Controleer of de plastic slangen van de dop correct aangesloten en niet beschadigd zijn.
3.
Giet nevelvloeistof in het reservoir en sluit deze.
4.
Plaats het reservoir opnieuw in het toestel. Zorg ervoor dat de plastic slang van het reservoir niet
geplooid of gekneld is.
5.
Steek de stekker in het stopcontact, schakel de nevelmachine in en laat deze opwarmen. De
nevelmachine is na ongeveer 7 tot 8 minuten gebruiksklaar.
In alle bedrijfsmodi moet het display READY TO FOG weergeven, voordat u
Opstarten
1.
Zorg ervoor dat de nevelmachine uitgeschakeld is voor u de stekker in het stopcontact steekt.
2.
Schakel de nevelmachine in.
3.
Druk op <VOLUME>.
4.
Stel het uitstootvolume in met <UP> of <DOWN>.
DMX-configuratie
Om de DMX-modus in te schakelen:
1.
Steek de stekker in het stopcontact, schakel de nevelmachine in en laat deze opwarmen.
2.
Sluit de DMX-kabel aan op de DMX-ingang van de nevelmachine en op de DMX-uitgang van een
controller (niet meegeleverd).
3.
Om de DMX-functie in te schakelen, druk herhaaldelijk op <FUNCTION> tot DMX512 ADD wordt
weergegeven. Selecteer het startadres van 1 tot 512 met <UP> of <DOWN>.
Zorg ervoor dat het startadres niet met het startadres van andere
Een DMX-eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving
met veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. De DMX-eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op de XLR-uitgang van
het laatste toestel in de reeks.
Het uitgangsvolume instellen
1.
Druk herhaaldelijk op <FUNCTION> tot VOLUME OUT wordt weergegeven.
2.
Selecteer het gewenste uitgangsvolume (1-100% of continu) met <UP> of <DOWN>.
3.
Druk op <VOLUME> om te bevestigen.
4.
Druk nogmaals op <VOLUME> om de neveluitstoot te activeren.
uitschakelen. Om het uitstootvolume te resetten, herhaal de bovenstaande
De vloeistofsensor inschakelen
De ingebouwde vloeistofsensor meet het vloeistofniveau in het reservoir. Om de vloeistofsensor in te
schakelen:
1.
Druk herhaaldelijk op <FUNCTION> tot FLUID SENSOR wordt weergegeven.
2.
Selecteer ON met <UP> of <DOWN>.
3.
Selecteer OFF met <UP> of <DOWN> om de vloeistofsensor uit te schakelen.
V. 02 – 19/01/2022
HQHZ10001/HQHZ10002
aangesloten nevelmachines overeenkomt.
De nevelmachine slaat het ingestelde uitstootvolume op na het
nevel kunt uitstoten.
stappen.
14
©Velleman Group nv