Opmerking
4. Tussentijdse onderbreking (pauze)
5. Uitschakelen
Technische gegevens
Element
Het volgende geldt alleen, als u een toonsysteem wilt inbouwen.
De montage van een element moet door de handelaar uitgevoerd
worden, uitgezonderd systemen met een Dual bevestiging (klik-
bevestiging),
waardoor
de geometrisch
juiste plaatst van
de
naaldpunt automatisch wordt ingesteld. Gebruik de aanwezige
toonkophouder
of laat het element
monteren
op een extra
houder TK 24 (Dual bestelnr. 236 242)
1. De systeemhouder (3) kan U van de toonarm losmaken,
door de toonarmgreep (4) naar achteren te drukken. Hierbij de
systeemhouder vasthouden, omdat deze anders valt
18
De aftastnaald
Vervang — indien nodig — de naald en neem hiervoor alleen het
in de technische gegevens vermelde naaldtype.
Imitatienaalden
veroorzaken een hoorbaar kwaliteitsverlies en verhoogde plaat-
slijtage.
Denkt
U er om, dat de naalddrager met de aftastdiamant om
fysische redenen
zeer broos is en daardoor zeer gevoelig voor
stoten
of ongecontroleerde
aanraking.
Neem
voor naaldcon-
trole bij de handelaar altijd de gehele toonkophouder van de
toonarm
(het uitnemen van de toonkop is hiervoor beschre-
ven
Uitbalanceren van de toonarm
2. Naaldkracht (5) en antiskating (8) op "0" zetten. Toonarm
ontgrendelen en van steun nemen.
3. Wanneer
de toonarm
geen
horizontale
positie
inneemt,
schroef
(7) losdraaien
en
het contragewicht zodanig ver-
schuiven, dat een zo groot mogelijk evenwicht optreedt.
De
doorn van het contragewicht kan gearreteerd worden door
schroef weer vast te zetten.
5. Naaldkracht en antiskating instellen.
Instelling naaldkracht
1 = 10mN
4 1p
2
20 mN
2 2p
3
30mN
2 3p etc.