N Gebruiksaanwijzing
Bedieningselementen en weergaven/indicaties
1.
Schakelaar aan/uit
2.
AC-uitgang
3.
DC-ingang
4.
Zekering 20 A
5.
USB-poort
Hartelijk dank dat u voor een product van Hama heeft gekozen.
Neem de tijd om de volgende aanwijzingen en instructies
volledig door te lezen. Berg deze gebruiksaanwijzing vervolgens
op een goede plek op zodat u hem als naslagwerk kunt
gebruiken. Op zodat u hem als naslagwerk kunt gebruiken.
Mocht u het toestel verkopen, geeft u dan ook deze
gebruiksaanwijzing aan de nieuwe eigenaar.
1. Verklaring van waarschuwingssymbolen en instructies
Waarschuwing
Wordt gebruikt voor veiligheidsinstructies of om de aandacht
te trekken op bijzondere gevaren en risico's.
Aanwijzing
Wordt gebruikt voor extra informatie of belangrijke
informatie.
2. Inhoud van de verpakking
• Spanningsomvormer voor voertuig
• Deze bedieningsinstructies
3. Veiligheidsinstructies
• Gebruik het product uitsluitend voor het doel waarvoor het
gemaakt is.
• Gebruik het product niet buiten de in de technische gegevens
vermelde vermogensgrenzen.
• Bescherm het product tegen vuil, vocht en oververhitting en
gebruik het alleen in droge omgevingen.
• De kabel niet knikken of inklemmen.
• Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan zware
schokken of stoten.
• Trek, voor het loskoppelen van de kabel, direct aan de stekker
en nimmer aan de kabel.
• Elektrische apparaten dienen buiten het bereik van kinderen
gehouden te worden!
• Het verpakkingsmateriaal direct en overeenkomstig de lokaal
geldende afvoervoorschriften afvoeren.
• Verander niets aan het toestel. Daardoor vervalt elke
aanspraak op garantie.
• Let erop dat bij gebruikmaking van het product de in
het wegverkeer geldende lokale voorschriften van het
wegenverkeersreglement m.b.t. technische eisen en
rijvaardigheidseisen gelden.
• Let erop dat geen componenten, zoals de airbag, andere
veiligheidsvoorzieningen, bedieningselementen, instrumenten,
enz., of het vrije zicht, bedekt of beperkt zijn.
Aanwijzing
• Bij sommige types voertuigen dient de ontsteking
te zijn ingeschakeld, zodat er spanning op de 12 V
spanningsbus in het voertuig staat. Lees hiervoor a.u.b. de
bedieningsinstructies van uw voertuig.
• Na het gebruik alle kabel- en spanningsnetverbindingen
aan boord loskoppelen.
14
Waarschuwing
• Gebruik de spanningsomvormer uitsluitend op daarvoor
bestemde netwerken met 12 V gelijkspanning (DC),
nooit op 24 V DC.
4. Ingebruikneming en werking
• Controleer of het opgenomen vermogen van het aan te sluiten
toestel groter is dan de constante belastbaarheid van de
spanningsomvormer.
• Controleer tevens of de spanningsomvormer is uitgeschakeld.
• Steek de sigarettenaanstekerstekker in het daarvoor bestemde
aansluitpunt van uw voertuig. Let erop dat de stekker stevig
vastzit en de kabel niet is ingeklemd of aan trekbelasting
onderhevig is.
• Schakel de spanningsomvormer in.
• Sluit nu uw elektrisch toestel op het stopcontact of de
USB-poort aan.
Waarschuwing
• Op overgangsweerstanden kunnen spanningsverliezen
ontstaan. Deze kunnen de goede werking
negatief beïnvloeden en/of tot vonkvorming en
warmteontwikkeling op de contacten leiden. Om die
reden dient u erop te letten dat de contacten op de
stekkers en poorten blank en schoon zijn en dat ze stevig
vastzitten.
• De spanningsomvormer is niet geschikt voor de
schakeling van TL-buizen!
• Bij het aansluiten van apparatuur met een elektromotor
kan het tijdens het starten tot een grotere waarde qua
vermogensopname als tijdens nominaal bedrijf komen.
Daardoor kan de spanningsomvormer overbelast raken.
• Maak geen gebruik van een verlengkabel of een
zogenaamde verdeler. Sluit uw toestel direct op de
spanningsomvormer aan.
• Trek de stekker van de sigarettenaansteker uit
het aansluitpunt van uw voertuig indien u het
aangesloten toestel op dat moment niet nodig
heeft of indien u uw voertuig wilt starten.
5. Veiligheidskenmerken en het opsporen van storingen
Waarschuwing
In de volgende gevallen mag u de spanningsomvormer in
geen geval meer gebruiken en dient u onmiddellijk contact
op te nemen met uw verkoper of onze service-afdeling:
• De zekering van het toestel (20 A) wordt direct na het
vervangen weer in werking gesteld.
• Behuizing, aansluitpunt, kabel of de stekker van de
sigarettenaansteker zijn beschadigd
• De spanningsomvormer is defect.
• Bij rookontwikkeling, vreemde geur of ongewone
geluiden door de spanningsomvormer.