4. TECHNISCHE GEGEVENS
Model:
Nominale spanning:
Nominale frequentie:
Nominaal vermogen:
Onbelast toerental:
Maaibreedte:
Gegarandeerd
geluidsvermogenniveau:
L
(SPL) ter plaatse van de gebruiker:
pA
Gegarandeerd trillingsniveau:
Inhoud van grasopvangbak:
Nettogewicht:
Beschermingsklasse tegen water:
Maaihoogteregeling:
5. ONDERDELEN AANBRENGEN
EN VERWIJDEREN
5-1 HET WIEL MONTEREN
Steek de as op de afdekplaat van het voorwiel en
achterwiel op het wiel en draai hem daarna in het gat van
de steun voor het wiel (zie afb. 2).
WAARSCHUWING: De hoogte moet voor alle
wielen gelijk zijn.
5-2 DE INKLAPBARE HANDGREEP
MONTEREN
A) Steek de onderste gedeelten van de handgreep in de
desbetreffende gaten van het onderstel en zet deze
daarna met schroevendraaier vast met de
bijgeleverde schroef (zie afb. 3, 4 en 5).
B) Zet de bovenste gedeelten van de handgreep met de
vergrendelknoppen vast op de onderste gedeelten
van de handgreep (zie afb. 6 en 7).
C) Plaats het snoer op de buis van de handgreep. Klem
het met de snoerklem vast op het midden van het
onderste gedeelte van de handgreep en verzeker u
ervan dat het snoer aan de buitenkant van de
handgreep is bevestigd. Het snoer kan anders
bekneld raken bij het openen/sluiten van de
achterklep (zie afb. 8).
5-3 DE GRASOPVANGBAK
AANBRENGEN EN VERWIJDEREN
1. Aanbrengen: til de achterklep op en haak de
grasopvangbak aan de achterkant van de grasmaaier
(zie afb. 9, 10, 11 en 12).
2. Verwijderen: til de achterklep op en verwijder de
grasopvangbak.
Op de bovenkant van de grasopvangbak zit een niveau-
aanduiding die aangeeft of de grasopvangbak leeg of vol
is (zie afb. 13A en 13B):
- De niveau-aanduiding staat open wanneer de
grasopvangbak nog niet vol zit tijdens het maaien
(zie afb. 13B).
ELM3311
230 V~
50 Hz
1.100 W
2.900/min
330 mm
96 dB (A)
75,4 dB (A), K = 3 dB (A)
2
0,672 m/s
, K = 1,5 m/s
27 liter
13,1 kg
IPX4
20/40/55 mm, 3 standen
- Als de grasopvangbak vol is, zakt de niveau-aanduiding
omlaag. Nadat dit is gebeurt, stopt u onmiddellijk met
maaien en maakt u de grasopvangbak leeg. Controleer
of de grasopvangbak schoon is en het luchtrooster open
is (zie afb. 13A).
BELANGRIJK
Als de opening van de niveau-aanduiding erg vuil is, zal de
niveau-aanduiding niet open gaan. In dat geval maakt u de
opening van de niveau-aanduiding onmiddellijk schoon.
6. DE MAAIHOOGTE INSTELLEN
De maaihoogte wordt ingesteld door de wielas in het
overeenkomstige gat te plaatsen.
De hoogte moet voor alle wielen gelijk zijn.
De hoogte (van het maaimes tot de grond) kan worden
ingesteld tussen 20 mm en 55 mm (in 3 standen) (zie
afb. 14).
De onderste instelling: 20 mm (stand (1)); de middelste
instelling: 40 mm (stand (2)); de hoogste instelling: 55 mm
(stand (3)).
netsnoer uit het stopcontact.
het maaimes stil staat.
7. VEILIGHEIDSVOORZORGSMAA
TREGELEN
a) Gebruik de grasmaaier altijd met een achterklep of
grasopvangbak in de juiste stand.
b) Stop altijd de motor voordat u de grasopvangbak
verwijdert of de instelling van de maaihoogte wijzigt.
c) Verwijder voordat u gaat maaien alle vreemde
voorwerpen die door de grasmaaier weggeslingerd
kunnen worden. Let goed op tijdens het maaien en
probeer elk vreemd voorwerp te ontdekken die u
aanvankelijk over het hoofd hebt gezien (zie afb. 15).
77,6 dB (A), K = 3 dB (A)
2
0,917 m/s
20/40/55 mm, 3 standen
WAARSCHUWING: Trek de stekker van het
WAARSCHUWING: Wijzig de instelling alleen als
ELM3711
230 V~
50 Hz
1.300 W
2.900/min
370 mm
96 dB (A)
2
2
, K = 1,5 m/s
35 liter
14,9 kg
IPX4
51