Aanvullende informatie
Algemene problemen
Probleem
÷ Geen stroom
÷ Het toestel kan niet bediend
worden.
÷ De afstandsbediening doet
het niet.
÷ De INPUT verandert niet.
÷ Het beeld wordt afgebroken.
÷ Vreemde kleuren, fletse kleuren,
donkere kleuren of kleurdivergentie
÷ De stroom wordt plotseling
uitgeschakeld.
÷ Geen beeld
Problemen die vaak worden aangezien voor storingen
Probleem
÷ Het beeld wordt klein op het
scherm getoond.
÷ De weergave van tekst op
het scherm is niet continu.
÷ Soms klinkt er een hard
geluid uit de behuizing.
÷ Heldere partijen in beeld lijken
hun intensiteit te verliezen.
÷ Er verschijnen vlekjes of ruis
op het scherm.
÷ Er verschijnen strepen op het
scherm.
÷ Het is niet mogelijk het
toestel te bedienen.
÷ Er klinkt geluid uit het
binnenwerk van het toestel.
÷ De ventilator draait niet.
÷ De snelheid van de ventilator
verandert.
32
Du
÷ Is het netsnoer goed aangesloten? (blz. 15)
÷ Is de MAIN POWER hoofdschakelaar ingeschakeld? (blz. 9)
÷ Externe invloeden zoals bliksem, statische elektriciteit enz. kunnen leiden tot onjuist functioneren
van het toestel. In een dergelijk geval dient u eerst de hoofdschakelaar (MAIN POWER) uit te
zetten, dan de stekker uit het stopcontact te halen en vervolgens na 1 of 2 minuten wachten de
stekker weer terugdoen, het toestel weer aan zetten en het dan nog eens te proberen.
÷ Zijn de batterijen met de plus (+) en min (–) de goede kant op in het batterijvak gedaan? (blz. 7)
÷ Zijn de batterijen leeg? (Vervang ze dan door verse.)
÷ Zit er een stekker in de CONTROL IN aansluiting?
Als er een stekker in de CONTROL IN aansluiting zit, heeft het signaal dat via die aansluiting
binnenkomt voorrang en zal de signaalontvanger voor de afstandsbediening op het toestel niet
werken (blz. 15).
÷ Wordt de AUTO FUNCTION gebruikt? (blz. 29)
÷ Is het gekozen beeldformaat wel goed?
÷ Zijn de instellingen via SCREEN, bijvoorbeeld die voor schermgrootte, zo dat het beeld met
optimale kwaliteit wordt weergegeven? (blz. 26 en 27)
÷ Wordt de POINT ZOOM functie gebruikt? (blz. 23)
÷ Regel de kleurweergave van het beeld (blaz. 25).
÷ Is de ruimte te hel verlicht?
÷ Is de CLAMP POSITION instelling correct? (blz. 18)
÷ De temperatuur binnenin het toestel is te hoog geworden (de ventilatie-openingen zijn geblokkeerd).
Verwijder hetgeen de ventilatie-openingen blokkeert, of maak deze schoon (blaz. 31).
÷ Staat de POWER MANAGEMENT of de AUTO POWER OFF functie op ON? (blz. 24)
÷ Er heeft zich condens gevormd op de inwendige onderdelen als gevolg van een plotselinge
verhoging van de omgevingstemperatuur. Laat de condens volledig verdampen voordat u het
toestel gebruikt.
÷ Zijn de andere componenten correct aangesloten? (blaz. 12 t/m 14)
÷ Is het toestel op de juiste wijze gebruiksklaar gemaakt na het maken van de aansluitingen? (blz.
17 en 18)
÷ Is de correcte signaalbron ingesteld? (blz. 19)
÷ Is het ingangssignaal misschien ongeschikt voor dit toestel? (blz. 12, 35 en 36)
÷ Zijn de instellingen voor de beeldkwaliteit correct? (blz. 25)
÷ Controleer de tabel voor geschikte ingangssignalen (blz. 35 en 36).
÷ Is het gekozen beeldformaat wel goed? (blz. 21, 26 en 27)
÷ Regel de relevante instellingen onder SCREEN op het menuscherm (blz. 27).
Als er nog geen verbetering optreedt, is het mogelijk dat het weergegeven bereik door dit toestel
beperkt wordt. Controleer de tabel voor geschikte ingangssignalen (blz. 35 en 36).
÷ Uitzetten/krimpen veroorzaakt door veranderingen in de omgevingstemperatuur kan leiden tot
geluiden uit de behuizing. Dit duidt niet op een storing.
÷ Wanneer het ingangsniveau van het ingangssignaal te hoog is, kan het lijken of de heldere partijen
hun intensiteit verliezen. Verhoog de ingestelde waarde voor het contrast en bekijk het beeld
opnieuw (blz. 25).
÷ Kan worden veroorzaakt door radio-interferentie van apparatuur met motoren, zoals haardrogers, stofzuigers,
elektrische boormachines, de ontstekingssystemen van auto's, motorfietsen enz., schakelapparatuur, zoals
thermostaten, neonlampen, of door elektrische ontlading van hoogspanningsleidingen enz.
÷ Dit kan worden veroorzaakt door storende radiogolven van TV zenders, FM zenders, radio zendamateurs,
publieke radiosystemen (vereenvoudigde radio's), of door een PC, TV of audio/video component in de buurt.
÷ Een sterk elektromagnetisch veld kan vervorming van het beeld en aanverwante problemen veroorzaken.
÷ Externe invloeden zoals bliksem, statische elektriciteit enz. kunnen leiden tot onjuist functioneren
van het toestel. In een dergelijk geval dient u eerst de hoofdschakelaar (MAIN POWER) uit te
zetten, dan de stekker uit het stopcontact te halen en vervolgens na 1 of 2 minuten wachten de
stekker weer terugdoen, het toestel weer aan zetten en het dan nog eens te proberen.
÷ Dit is het geluid van de draaiende ventilator en de bewegende onderdelen in het plasmadisplay.
Dit is geen storing.
÷ De ventilator treedt pas in werking wanneer de omgevingstemperatuur hoger wordt dan 35°C (dit
kan verschillen afhankelijk van de installatiecondities). Dit is geen storing.
÷ De snelheid van de ventilator verandert automatisch overeenkomstig de
omgevingsomstandigheden. Dit is geen storing.
Mogelijke oplossing
Schakel over naar een ander beeldformaat (blz. 21).
Het beeld kan donker lijken in een te lichte ruimte.
Mogelijke oplossing