De stroom van dit toestel
Dit toestel heeft een interne batterij. Laad de batterij op voordat dit toestel voor het
eerst gebruikt wordt.
• Als het batterijniveau laag is wanneer dit toestel ingeschakeld is, zal het (rode) controlelampje
van de batterij (
∫ Opladen van de batterij
Sluit dit toestel aan terwijl de stroom uitgeschakeld is en sluit de PC aan terwijl de
stroom ingeschakeld is met gebruik van de (bijgeleverd) USB-kabel.
Als opladen nodig is, brandt het (rode) controlelampje van de batterij. Als het
opladen klaar is, gaat het controlelampje van de batterij uit.
Levensduur in gebruik zijnde batterij
Aantal keren opladen
*1
Berekend met de testmethode die door het bedrijf vastgesteld is [terwijl verbinding met
®
Bluetooth
gemaakt wordt, de Boost-modus (
plaatsvindt bij een omgevingstemperatuur van 25 oC]
*2
Wanneer het opladen van een lege batterij plaatsvindt bij een omgevingstemperatuur van 25 oC.
∫ Gebruik en laden tijdens verbinding met een ingeschakelde PC
Druk op [Í/I] om dit toestel in te schakelen. Het Bluetooth
of brandt en het is mogelijk dit toestel te bedienen met de door een PC geleverde stroom.
• Afhankelijk van de capaciteit van de stroomtoevoer van het aangesloten USB-apparaat kan
het zijn dat het geluid wordt onderbroken of het volume wegvalt. Er wordt aanbevolen
verbinding te maken met een apparaat waarvan de toevoer 1,6 A of meer is wanneer met een
USB-verbinding afspelen op vol bereik vereist wordt.
• Het opladen duurt langer als dit toestel ingeschakeld is.
N.B.
• Het kan zijn dat u de batterij moet opladen alvorens dit toestel te gebruiken.
• Gebruik geen andere dan de bijgeleverde USB-kabel (de werking wordt anders niet gegarandeerd).
• Wanneer dit toestel lange tijd niet gebruikt wordt, laad de interne batterij dan minstens één
keer in de zes maanden op om te voorkomen dat deze verslechtert.
• Er is geen communicatie mogelijk als dit toestel met een USB-kabel op een PC aangesloten is.
• Het opladen zal misschien niet van start gaan als het batterijniveau voldoende hoog is, ook al
is de batterij niet geheel opgeladen.
• Er wordt aanbevolen de batterij op te laden bij een temperatuur tussen 5 oC en 35 oC. Het
controlelampje van de batterij (rood) kan knipperen en het kan zijn dat het opladen niet
mogelijk is als de temperatuur niet binnen dit aanbevolen bereikt ligt.
• Het kan zijn dat de batterij niet opgeladen wordt als de temperatuur rondom de batterij hoog is
tijdens de werking, of onmiddellijk na de werking, zelfs als deze binnen het aanbevolen bereik
ligt. Onderbreek in dat geval het gebruik van het toestel en laat het afkoelen.
• Ter verzekering van de veiligheid kan het systeem in geval van een te groot ingangssignaal
6
automatisch onderbroken worden, met uitschakeling van de stroom.
66
4) langzaam knipperen.
Laadtijd batterij
USB-kabel (bijgeleverd)
Ongeveer 8 uur*
Ongeveer 5 uur*
Ongeveer 500 keer
10) uitgeschakeld is en het gebruik
®
-controlelampje (blauw) knippert
1
2