• U kunt op de +/-
-knop drukken om de
flitscompensatie te
veranderen (om het
flitssterkteniveau te
regelen) op het scherm
voor het instellen van de
flitscompensatie.
• Om de invulflitsstand of de
automatische flitsstand van
de camera te gebruiken,
moet u deze stand
selecteren op de camera.
• Voor u gaat fotograferen
met de flitser en de
zelfontspanner van de
camera, moet ervoor zorgen
dat de TEST-knop brandt.
• Als er zowel op de
flitser als op de camera
flitscompensatie wordt
ingesteld, worden beide
waarden bij elkaar opgeteld
wanneer de flitser afgaat.
Op het LCD-scherm van de
flitser wordt echter alleen
de compensatiewaarde
aangegeven die op de
flitser zelf is ingesteld.
Automatische
WB-regeling met
kleurtemperatuurinformatie
De witbalans wordt automatisch
geregeld op de camera (behalve
voor de DSLR-A100) op basis van
de kleurtemperatuurinformatie op
het moment dat de flits afgaat.
• Deze functie werkt wanneer
de flitser op de camera is
bevestigd en in de TTL-
flitsstand wordt gebruikt.
• Deze functie werkt wanneer
[Auto] of [Flash] is ingesteld
voor de witbalans op de
camera.
TTL*-flitsstand
De handmatige flitsstand zorgt
voor een vaste flitsintensiteit,
onafhankelijk van de helderheid
van het onderwerp en van
de camera-instellingen. In de
TTLflitsstand wordt het licht
van het onderwerp gemeten
dat gereflecteerd wordt door
de lens. TTL-meting heeft
ook een P-TTLmeetfunctie,
waarbij een voorflits aan de
TTL-meting wordt toegevoegd,
en een ADImeetfunctie,
waarbij afstandsgegevens
aan de P-TTLmeting worden
toegevoegd.
* TTL = door de lens
• ADI-meting is mogelijk
in combinatie met een
lens met een ingebouwde
afstandsencoder. Controleer
voordat u de functie voor
ADImeting gebruikt of de
lens over een ingebouwde
afstandsencoder
beschikt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de
lens is geleverd.
NL
23
NL