Een titel of artiestennaam
toewijzen aan een track,
album of afspeellijst
–– Naamfunctie
U kunt een titel of artiestennaam invoeren voor
albums, afspeellijsten en afzonderlijke tracks.
De naam kan bestaan uit hoofdletters en kleine
letters, cijfers en symbolen. U kunt voor elke
naam maximaal 127 tekens invoeren.
U kunt titels en artiestennamen op de volgende
manieren toewijzen.
• Met de toetsen en bedieningselementen op
de afstandsbediening of de recorder (deze
pagina en pagina 29).
• Met een toetsenbord dat is aangesloten op de
KEYBOARD aansluiting van de recorder
(pagina 33).
• Met het toetsenbord van de computer.
(Raadpleeg de Help voor "M-crew for HAR-
LH500" op de bijgeleverde CD-ROM.)
• Met de "M-crew for HAR-LH500" software
om titels of artiestennamen automatisch toe te
wijzen via de Gracenote CDDB
(Raadpleeg de Help voor "M-crew for HAR-
LH500" op de bijgeleverde CD-ROM.)
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Opmerkingen
• U kunt geen titels of artiestennamen toevoegen
tijdens de opname.
• U kunt geen naam toewijzen aan tracks in een
afspeellijst. Tracknamen in een afspeellijst kunnen
niet worden gewist of gewijzigd.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
28
NL
Een titel toewijzen met de
bedieningselementen op de
afstandsbediening
1
Nadat u het album hebt geselecteerd
dat u wilt bewerken, drukt u op NAME
EDIT/SELECT, afhankelijk van waaraan
u een naam wilt toewijzen.
Een naam
toewijzen aan
Een track
Een album of
afspeellijst
Een knipperende cursor wordt weergegeven
in het display.
2
Druk herhaaldelijk op NAME EDIT/
SELECT om het tekentype te
selecteren.
Als u op de toets drukt, wordt het display
als volgt gewijzigd:
"Selected AB" (hoofdletters of symbolen*)
t "Selected ab" (kleine letters of
symbolen*) t "Selected 12" (cijfers)
* Alleen ' – / , . ( ) : ! ? kunnen worden
®
-server.
geselecteerd.
U kunt een spatie invoegen door op de 0/10
toets te drukken.
3
Voer een teken in met de letter-/
cijfertoetsen.
Als u hoofdletters of kleine letters
hebt geselecteerd
1 Druk herhaaldelijk op de bijbehorende
letter-/cijfertoets totdat het gewenste
teken knippert.
U kunt ook herhaaldelijk op ALBUM +/–
drukken.
2 Druk op >.
Het knipperende teken wordt ingevoerd
en brandt continu. De cursor wordt naar
rechts verplaatst.
4
Herhaal stap 2 en 3 om de rest van de
naam in te voeren.
Een teken wijzigen
Druk herhaaldelijk op ./> totdat het
gewenste teken knippert, druk op CLEAR om
het teken te wissen en herhaal stap 2 en 3.
5
Druk op YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Druk op de toets terwijl
Er wordt afgespeeld op de
recorder (het tracknummer wordt
weergegeven).
De recorder in de stopstand staat
en het totaalaantal tracks wordt
weergegeven.