6.
Een nieuwe gebruiker toevoegen:
• Klik op Toevoegen.
• Voer in het scherm "Gebruiker toevoegen":
• Gebruikersnaam
• Wachtwoord
• Herhaal wachtwoord
• Omschrijving (optioneel)
• E-mail adres (optioneel)
• Taal
• Gebruikersgroep
• Klik op OK om te voltooien.
Regelaaroverzicht maken en weergave
voorbereiden
• De webserver detecteert alleen KNX regelaars die in het
regelaaroverzicht zijn opgenomen.
• Om communicatie mogelijk te maken, moet ten minste één
ingeschakelde KNX regelaar of een centrale busvoeding op de
KNX-bus zijn aangesloten.
7.
Selecteer in de primaire navigatie "Regelaar WEB pagina's" (het
regelaaroverzicht is zichtbaar; de webserver verschijnt in het
regelaaroverzicht).
8.
Voeg nieuwe KNX regelaar toe: Klik op Toevoegen.
9.
Voer het Serienummer in (op het typeplaatje vermeld als KNX-ID
van het betreffende apparaat). Voltooi met een klik op OK.
10. De webserver zoekt het betreffende KNX-apparaat. Het verschijnt
in het regelaaroverzicht.
11. Toevoegen van andere KNX regelaars: Herhal stap 8 en 9.
12. Vink het vakje aan voor alle regelaars in het regelaaroverzicht
13. Klik op Genererenen wacht tot de boodschap "Actie afgesloten"
verschijnt. Dit kan enkele minuten duren.
14. In het regelaaroverzicht wordt voor de webserver en de KNX
regelaars de status "Gegenereerd" aangegeven.
Instellingen webserver
• De volgende instellingen gelden, afhankelijk van de betreffende
toepassing.
• Instellingen aanpassen: Klik op het rode potlood
15. Selecteer in de primaire navigatie "Home":
Home > 0.2.150 OZW772...
16. ... Datum / Tijd: Datum / Tijd
17. ... Instellingen > WEB server: Taal
18. ... Instellingen > Datum / Tijd: Tijdsynchronisatie, Tijdzone
19. ... Instellingen > Communicatie > KNX:
Bereik, Lijn, Regelaaradres, Kloktijdbedrijf KNX,
Klokslave verstelbaar KNX
20. ... Instellingen > Communicatie > Ethernet:
13
voorbeeld, zie
pagina 5
• IP adres: vast adres in hetzelfde subnetwerk als de PC/laptop
en/of router
• Subnet mask
• Standaard Gateway: IP-adres router
• Voorkeur DNS-Server: IP-adres router
• Alternatieve DNS-Server: redundante server (meestal leeg)
• UPnP Localisering: kies USB of ethernet
nl 8/8
14.01.2010
.
G5701xx
74 319 0664 0 b
21. ... Instellingen > Communicatie > E-mail:
Adres Mailserver, Poortnummer Mailserver, E-mail adres
afzender, Authentificatie mailserver, Gebruikersnaam,
Wachtwoord, Signatuurregel 1-10
22. ... Instellingen > Meldingsontvanger > Meldingsontvanger 1-4:
Ontvangertype, Storingsprioriteit, E-mail adres
23. ... Instellingen > Systeemrapport:
Meldtijd, Meldcyclus, Prioriteit, Volgende rapport
24. ... Instellingen > Storingen > Locaal: Meldingsverwerking
25. ... Instellingen > Storingen > Systeem: Meldingsverwerking
Instellingen router
• Deze instellingen zijn nodig om buiten het PC-netwerk toegang te
krijgen tot de webserver. De router moet in bedrijf worden gesteld
zoals beschreven in de handleiding van de router en in
overeenstemming met de gegevens van de netwerkoperator.
13
Voorbeeld, zie
26. Om externe toegang mogelijk te maken, moet PAT/NAT voor de
webserver in de router worden geactiveerd.
27. Verder zijn in de router DynDNS-instellingen nodig, als de router
aan WAN-zijde wordt gebruikt met een dynamisch IP-adres.
PC/Laptop instellingen
• Deze instellingen zijn nodig wanneer een PC/laptop met
webbrowser in het LAN wordt gebruikt.
13
Voorbeeld, zie
28. Het IP adres van de PC/Laptop moet worden ingesteld op
hetzelfde sub netwerk als de web server. Het IP adres van de
PC/Laptop moet handmatig worden ingesteld als er geen DHCP
.
server in het network aanwezig is (b.v. point-to-point verbinding
via Ethernet).
Afsluitende werkzaamheden
29. Verwijder de USB-kabel.
30. Schakel de meldingsonderdrukking en adresseerstand uit.
• Verwijder het deksel.
• Schakelaar 8 (Meldingsonderdrukking) en schakelaar 9 moeten
in de stand OFF staan
• De led 5 van de adresseerstand moet uit zijn.
• Breng het deksel weer aan.
31. Druk lang op de knop 6
• De webserver verzendt een systeemrapport naar de ingestelde
meldingsontvangers.
• Communicatiestoringen worden gemeld via de storings-led 4
(rood, knippert).
Eindcontrole
32. Bedrijf LED 1
moet groen branden.
33. Storing LED 4
moet uit zijn.
pagina 5
pagina 5
12
, zie
op blz. 4.
(> 6 seconden).
Siemens Building Technologies