Het apparaat
voorbereiden
Plaatsen van de batterijen
U kunt de volgende batterijen gebruiken.
Twee LR6 (formaat AA) alkaline-batterijen
ˎ
Twee AA-nikkel-metaalhydridebatterijen
ˎ
1 Zet dit apparaat uit door de ON/OFF (aan/
uit)-toets van dit apparaat op OFF te
zetten.
2 Open de batterijklep.
¦
Opmerking
Zorg dat u niet trekt of overmatige kracht uitoefent
ˎ
op de voet van dit apparaat bij het openen van
de batterijklep. Hierdoor kan een beschadiging
ontstaan.
3 Plaats de batterijen in het
batterijencompartiment volgens de
tekens aan de binnenkant van het
compartiment.
4 Sluit de batterijklep.
¦
Opmerkingen
De batterijen die in dit apparaat zijn geplaatst
ˎ
zorgen alleen voor het aan/uitzetten van het
apparaat. Ze kunnen de camera niet opladen of van
stroom voorzien.
Zorg ervoor dat u de multi-aansluiting tijdens het
ˎ
vasthouden van dit apparaat niet aanraakt.
U kunt geen mangaanbatterijen gebruiken.
ˎ
Gebruik altijd een set van gelijksoortige batterijen.
ˎ
Controleer de polariteit van de batterijen tijdens
ˎ
het plaatsen in dit apparaat. Als u de batterijen in
de verkeerde richting plaatst, werkt dit apparaat
niet.
Gebruik niet tezamen een nieuwe batterij en een
ˎ
batterij die op is.
Verwijderen van de batterijen
Zet het apparaat uit en verwijder dan de batterijen.
¦
Opmerking
Let erop dat de batterijen niet vallen en letsel
ˎ
veroorzaken bij het eruit halen van de batterijen.
¼
Tip
Verwijder de batterijen als het apparaat langere tijd
ˎ
niet gebruikt zal gaan worden.
Batterijniveau
Als de batterij bijna leeg is, gaat de indicator
bediening/batterij langzaam knipperen. Naarmate
de batterijen leger raken, gaat indicator levensduur
batterij sneller knipperen en gaat dit apparaat
automatisch in standbymodus.
7-NL