Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende oplossingen als er een probleem met uw producten optreedt.
Neem contact op met uw Sony dealer als het probleem aanhoudt.
Symptoom
De indicator bediening/batterij
knippert snel in de kleur wit.
De indicator bediening/batterij
knippert langzaam in de kleur
rood.
De indicator bediening/batterij
blijft snel in de kleur rood
knipperen.
De indicator bediening/batterij
knippert snel in de kleur rood
en gaat uit.
Dit apparaat werkt niet.
De camera gaat niet aan.
De camera kan niet goed op dit
apparaat worden aangesloten of
is instabiel.
Er worden geen foto's genomen.
Dit apparaat stopt met bewegen
tijdens gebruik.
14-NL
De camera heeft geen beschikbaar geheugen meer.
ˎ
Verwijder de camera van dit apparaat en wis enkele foto's.
De lenskap van de camera is gesloten.
ˎ
Open de lenskap.
De batterijen zijn bijna leeg.
ˎ
Plaats nieuwe batterijen.
De camera is niet aan dit apparaat bevestigd.
ˎ
Bevestig de camera aan dit apparaat.
Er zit iets vast op de kantelarm of uw hand drukt tegen dit apparaat.
ˎ
De batterijen die in dit apparaat zijn geplaatst zijn op.
ˎ
Vervang de batterijen. (pagina 7)
De batterijen die in dit apparaat zijn geplaatst zijn op.
ˎ
Vervang de batterijen. (pagina 7)
Het batterijpak dat in de camera is geplaatst is op.
ˎ
Plaats een volledig opgeladen batterijpak in de camera.
De camera is niet goed aan dit apparaat bevestigd.
ˎ
Bevestig de camera goed aan dit apparaat. (pagina 8)
De batterijen van de camera zijn bijna leeg.
ˎ
Plaats een opgeladen batterijpak in de camera.
De camera is niet goed bevestigd.
ˎ
Bevestig de camera op de juiste wijze. (pagina 8)
De camera staat te ver van het onderwerp af of te dichtbij.
ˎ
Stel de camera in binnen het bereik van de gezichtsherkenning
van de camera.
Als er slechts een kleine kans op herkenning van gezicht of
compositie is, wordt een opname mogelijk niet meteen genomen,
zelfs wanneer een gezicht herkend wordt.
De camera staat in [Instellen op "aan" voor de demonstratiefunctie].
ˎ
De instelling van de camera wijzigen. Nadere bijzonderheden
vindt u in de handleiding van de camera.
Als de camera geen gezichten herkend, stopt dit apparaat met
ˎ
werken.
Druk twee keer op de MENU (stop)-toets.
De batterijen die in dit apparaat zijn geplaatst zijn op.
ˎ
Vervang de batterijen. (pagina 7)
De camera is niet goed bevestigd.
ˎ
Bevestig de camera op de juiste wijze. (pagina 8)
Oorzaak/Oplossing