(ong. 0,7 s.) en geven daardoor alleen hun flitsparaatheid aan, die echter
niet bijdraagt aan de belichting.
Om dit probleem op te lossen zijn er drie mogelijkheden:
• reductie van het omgevingslicht;.
• diafragmagetal verhogen (bijv. diafragma 8 in plaats van 5,6);
• een lagere ISO-waarde op de camera instellen, c.q. film met een lagere
gevoeligheid kiezen.
Om te voorkomen dat twee remote-systemen in één ruimte elkaar zouden
storen, kunt u op de controllerflitser uit twee verschillende adressen er een
kiezen, dat na een testflits automatisch door de slaafflitsers wordt overgeno-
men.
Let er op, dat de slaafflitsers mecablitz 28 CS-2 digital, 34 CS-..., 44
MZ-2 en 45 CL-4 digital alleen Remote-kanaal 1 (Co 1) ondersteu-
nen!
17.1 Controllerfunctie
• Schakel de camera in de functie M;
• stel op de camera een belichtingstijd in van 1/60 s. of langer;
• kies op de camera een geschikte diafragmawaarde;
• rust de flitser uit met een SCA-adapter, c.q. gebruik de standaardvoet 301;
• stel op de controllerflitser de functie TTL (voor Metz-TTL-Remote), c.q. auto-
matisch-flitsen A (voor Metz-automatisch-Remote) in (zie 6).
Voor het werken als controller in de draadloze Metz-TTL-Remote-func-
tie moeten camera en SCA-adapter de standaard-TTL-flitsfunctie
ondersteunen!
• Druk zo vaak op de toets 'Sel', dat in het display 'Select' wordt aangege-
ven;
• kies met de Up / Down -toetsen
een balkje;
• druk op de toets 'Set' en bevestig daarmee de meunukeuze;
68
'Remote'. Remote staat dan tegen
• kies met de Up / Down -toetsen
Daarbij zijn de instellingen Co1 (Remote-adres 1), Co2 (Remote-adres 2)
en OFF (Remote-functie uit) mogelijk. De instelling treedt onmiddellijk in
werking;
• druk zo vaak op de toets 'Return'
duidingen verschijnen. Als u niet op de toets 'Return'
het display na ong. 5 s. automatisch naar de normale weergave terug.
In het display knippert onder de aanduiding van de flitsfunctie 'Co' en
geeft daarmee de controllerfunctie aan;
• wacht tot de controller en slaafflitsers opgeladen zijn;
• ontsteek een testflits: druk op de knop voor ontspannen met de hand
en programmeer zo de slaafflitsers op het op de controller ingestelde
adres;
• de slaafflitser antwoordt met een in tijd iets vertraagde flits en geeft daar-
mee aan, dat hij geprogrammeerd is en bedrijfsklaar. Als er meerdere
slaafflitsers gelijkertijd worden ingezet, antwoorden alle slaafflitsers tege-
lijk.
Als een slaafflitser geen in tijd iet s vertraagd antwoord geeft dan heeft de
sensor
in de slaafflitser de lichtimpuls van de controllerflitser niet ontvan-
gen. Draai dan de slaafflitser zo, dat de sensor
trollerflitser wel kan ontvangen. Ontsteek dan op de controllerflitser opnieuw
een testflits.
17.2 Slave-functie zonder stuurunit
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar
• demonteer de stuurunit: druk voor het afnemen van de verbindingskabel de
ontgrendelknop (afb. 1) op de lampstaaf tegen de stekker van de kabel en
neem deze tegelijkertijd af;
• stel de slaafflitser op de bestemde plaats op en schakel hem in. Bij de func-
tie van de lampstaaf zonder stuurunit wordt automatisch de slave-flitsfunc-
tie geactiveerd;
• wacht tot de aanduiding van flitsparaatheid
het Remote-adres 'Co' (Controller).
, dat in het display de normale aan-
drukt, schakelt
de lichtimpuls van de con-
uit;
oplicht;