GEAVANCEERDE BEDIENING
Instellen van de DSP-geluidsveldparameters
U kunt de diverse parameters van de DSP-
geluidsveldprogramma's instellen.
De standaardparameters van de geluidsveldprogramma's
zorgen voor een fantastisch geluid, maar u kunt de
parameters ook nauwkeurig instellen overeenkomstig de
akoestiek van de kamer, uw persoonlijke voorkeur en de
programmabron. De parameters van elk gekozen
geluidsveldprogramma moeten worden ingesteld.
Basisparameters
Effect Level (effectniveau)
Room Size (kamerafmetingen) Kiest uit drie verschillende kamergrootten.
Seat Position (luisterpositie)
Gedetailleerde parameters
De volgende parameters kunnen worden ingesteld op het paneel "ADVANCED SETTING". Welke parameters kunnen worden
ingesteld, hangt af van het gekozen programma en van de ingangssignalen.
Effect Trim (instelling effect)
Rear Effect Trim ( instelling achtereffect)
Initial Delay (beginvertraging)
Room Size (kamerafmetingen)
Liveness (reflectievermogen)
Surround Delay (surroundvertraging)
S. Initial Delay (surround-beginvertraging) Stelt de beginvertraging van het surroundgeluidsveld in.
S. Room Size ( surroundgeluidsveld)
Reverb Time (duur van nagalm)
Reverb Level (niveau van nagalm)
Reverb Delay (vertraging van nagalm)
16
N-
Kiest uit drie geluidseffectniveaus.
Kiest uit drie gesimuleerde luisterposities.
Kies een parameter door op zijn naam te klikken en stel de parameter in
door de indicator onder aan het paneel te verschuiven.
Stelt het niveau in van het algemene effectgeluid.
Stelt het niveau van het achterste effectgeluid gedetailleerd in.
Stelt bij benadering de afstand tussen de geluidsbron en de muren in.
Stelt bij benadering de grootte van de kamer in.
Stelt bij benadering het reflectievermogen van de muren in.
Stelt de vertragingstijd van het surroundgeluidsveld in.
Stelt bij benadering de grootte van het surroundgeluidsveld in.
Stelt de duur van nagalm in.
Stelt het niveau van de nagalm in.
Stelt de vertragingstijd van de nagalm in.
Hoe de parameters instellen?
1. Kies het programma waarvan u de parameters wilt
instellen. (De ingestelde parameters gelden alleen voor
het op dat moment gekozen programma.)
2. Kies het tabblad DSP-EDIT onder aan het hoofdpaneel.
Het basisparameterscherm verschijnt.
3. Op dit scherm kunt u de basisparameters instellen.
Open het paneel "ADVANCED SETTING" om de
gedetailleerde parameters in te stellen.
Basisparameters
Opent het paneel "ADVANCED
SETTING".
Stelt alle parameters opnieuw in op
hun standaardwaarden.
Roept opnieuw het
basisparameterscherm op.