6
Onderhoud door de gebruiker
Afbeelding 20
6.1
Vóór het reinigen
Behuizing en bewegende delen van het apparaat zijn gemaakt van robuus-
te, gemakkelijk te onderhouden materialen. U vermijdt verkleuringen,
wanneer u verfresten meteen van het kunststof verwijdert.
1WAARSCHUWING
Elektrische schok
• Reinig het apparaat alleen bij uitgetrokken netstekker f.
• Bescherm het apparaat tegen spatwater en reinig het niet
nat.
• Let erop dat geen vreemde voorwerpen in openingen komen.
Breng geen voorwerpen in apparaatopeningen naar binnen.
• Verwijder stof of vreemde voorwerpen niet met spitse voor-
werpen, b.v. een puntkam.
1. Schakel het apparaat met de ON/OFF-schakelaar c uit.
2. Trek de netstekker f uit.
1WAARSCHUWING
Brandgevaar / schade aan het apparaat
• Gebruik voor de reiniging geen benzine, thinner of andere
licht ontvlambare substanties.
• Gebruik geen scherpe reinigings- of schuurmiddelen.
1WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding
• Schuimende schoonmaakproducten ontsnappen als hete
vloeistof of schuim bij de stoomsproeier 3.
• Reinig waterketel 6 en stoomsproeier 3 niet met schui-
mende schoonmaakproducten (bijv. afwasmiddel).
• Het water in de waterketel 6 kan na gebruik heet zijn. Laat
voordat u het apparaat reinigt het apparaat en het water in
de waterketel 6 afkoelen.
3. Laat het apparaat en het water in de waterketel 6 afkoelen.
6.2
Behuizing, statief en wandarm reinigen
1. Neem goed nota van de veiligheidsaanwijzingen conform "hoofdstuk
6.1" pagina 255.
2. Reinig apparaatoppervlakken met een zachte doek, die tevoren met
water en een beetje afwasmiddel licht bevochtigd en goed uitgewron-
gen werd.
3. Zuig apparaatopeningen met een stofzuiger met borstelopzetstuk af.
1521126, Uitgave 2012-11, versie 4
255