Mitsubishi Electric PAC-IF013B-E Para El Instalador página 71

4. Werkzaamheden voor stroomtoevoer
Voeding interface-apparaat
Interface-apparaat invoercapaciteit
Hoofdschakelaar (onderbreker)
Voeding interface-apparaat
Voeding interface-apparaat aarding
Interface-apparaat-Buitenapparaat
Interface-apparaat-Buitenapparaat aarde
Interface-apparaat L-N
Interface-apparaat-Buitenapparaat S1-S2
Interface-apparaat-Buitenapparaat S2-S3
Opmerkingen: 1. Het formaat van de bedrading moet overeenkomen met de lokale en nationale van toepassing zijnde regels en coderingen.
2. D e verbindingskabels van het interface-apparaat/buitenapparaat mogen niet lichter zijn dan polychloropreen afgeschermde flexibele draden.
(Ontwerp 60245 IEC 57)
De stroomtoevoerdraden van het interface-apparaat mogen niet lichter zijn dan polychloropreen afgeschermde flexibele draden. (Ontwerp 60227 IEC 53)
3. Plaats een aardedraad die langer dan de andere kabels is.
4.1.3. Aansluiten van de thermistorkabel
Verbind de thermistor 2 voor de interface-controller.
1. Thermistor voor gewenste temperatuur (TH1)
Verbind de thermistor voor de gewenste temperatuur met 1 en 2 op het aan-
sluitblok (TB61) van de interface-controller.
2. HEX-inlaattemperatuur thermistor (TH11)
Verbind de thermistor voor de HEX-inlaattemperatuur met 3 en 4 op het aan-
sluitblok (TB61) van de interface-controller.
3. Thermistor voor koelvloeistoftemperatuur (TH2)
Verbind de thermistor voor de koelvloeistoftemperatuur met 5 en 6 op het aan-
sluitblok (TB61) van de interface-controller.
4. 2-fase temperatuur thermistor (TH5)
Verbind de thermistor voor de 2-fase temperatuur met 7 en 8 op het aansluitblok
(TB61) van de interface-controller.
Verkort de thermistorkabels indien deze te lang zijn.
Bundel ze niet in het interface-apparaat.
De 4 thermistors hebben behalve de kleur, dezelfde specificaties. Er wordt derhalve niet specifiek aangegeven welke thermis-
tor op welke positie wordt gebruikt.
Opmerkingen: Indien er meerdere buitenapparaten zijn verbonden, moeten thermistors met respectievelijk ieder interface-apparaat worden verbonden.
Let op:
Leid thermistorkabels niet samen met andere stroomkabels.
Het sensorgedeelte van de thermistor moet op een door de gebruiker niet toegankelijke plaats worden geïnstalleerd. (Het dient met een afzonderlijke isolatie te worden ge-
scheiden van plaatsen waar de gebruiker toegang toe heeft.)
4.1.4. Externe invoer aansluiten
Via externe invoer kan de vraag worden geregeld.
Kies het invoertype door de schakelaar van de interface-regelaar in te stellen. Het is mogelijk de capaciteit in te stellen wanneer de handmatige stappenmodus ("Analoge invoer", "Afstands-
schakelaar" of "Modbus") is gekozen.
Schakelaar1, Schakelaar 6 : Invoerselectie van vermogensinstelling omzetter
Invoer
AFSTANDSSCHAKELAAR Type A (instelling 4bit-8)
AFSTANDSSCHAKELAAR Type B (instelling 1bit-1)
Analoog (4-20mA)
Analoog (1-5V)
Analoog (0-10V)
Analoog (0-10kΩ)
Geen invoer (automatische stappenmodus)
Modbus
• Vermogensinstelling
Analoge invoer
Variabele
weerstand 4-20mA 1-5V
(0-10kΩ)
OPEN(12kΩ-) – –
10kΩ – –
7,5kΩ 19-20mA 4,75-5V
– – –
5,6kΩ 17mA 4,25V
4,3kΩ 15mA 3,75V
– – –
3,3kΩ 13mA 3,25V
– – –
2kΩ 11mA 2,75V
1kΩ 9mA 2,25V
– – –
510Ω 7mA 1,75V
0-100Ω 4-5mA 0-1,25V
*2
*3
*4
*4
*4
SW 1-1 SW 1-2 SW 1-3 SW 6-1 SW 6-2
UIT UIT
AAN UIT
AAN AAN
AAN AAN
UIT UIT
AAN UIT
UIT AAN
AAN AAN
Stap voor
vermogensinstelling
TB 62
0-10V Analoge invoer 10-11
(COM-IN5)
– UIT –
– Automatisch UIT
9,75-10V Stap11 max. AAN
9,02V Stap10 –
8,20V Stap9 UIT
7,38V Stap8 AAN
6,56V Stap7 –
5,75V Stap6 UIT
4,93V Stap5 –
4,11V Stap4 AAN
3,29V Stap3 UIT
2,47V Stap2 –
1,66V Stap1 min. AAN
0-0,63V UIT UIT
~/N 230 V 50 Hz
16 A
2 × min. 1,5
1 × min. 1,5
*2. Een onderbreker met ten minste 3,0 mm contactscheiding in
2 × min. 0,3
—
230 V wisselstroom
*3. Max. 120 meter
—
*4. De in de linkertabel gegeven waarden zijn niet altijd gemeten
24 V gelijkstroom
TB61
TH1
TH11
TH2
TH5
Stap voor vermogensinstelling
UIT UIT UIT
UIT UIT UIT
UIT AAN AAN
Zie de tabel "Vermogensinstelling" hieronder.
UIT UIT AAN
AAN UIT UIT
AAN UIT UIT
AAN UIT UIT Alleen automatische stappenmodus
AAN UIT UIT UIT/Stap1/Stap2/.../Stap11
Afstandsschakelaar:
TB 62 TB 62 TB 62
10-12 10-13 10-14
(COM-IN6) (COM-IN7) (COM-IN8)
– – –
UIT UIT AAN
AAN AAN UIT
– – –
AAN AAN UIT
UIT AAN UIT
– – –
UIT AAN UIT
– – –
AAN UIT UIT
AAN UIT UIT
– – –
UIT UIT UIT
UIT UIT UIT
Ter plekke
UIT - AUTO
iedere pool moet worden aangebracht. Gebruik een
aardlekschakelaar (NV).
De onderbreker moet worden aangebracht om een verbreking van
alle actieve fasegeleiders van de toevoer te verzekeren.
tegen de grondwaarde.
<Foto 4.1.3>
Stap voor vermogensinstelling
Afstandsschakelaar Afstandsschakelaar
(Type A) (Type B)
– –
Automatisch Automatisch
Stap11 max. –
– –
Stap9 –
Stap8 –
– –
Stap6 Stap11 max.
– –
Stap4 –
Stap3 Stap6
– –
Stap1 min. Stap1 min.
UIT UIT
I/F
Ter plekke
{
10
11
Stap1
12
Stap6
13
Stap11
14
Automatisch
TB62
Opmerking
Stop
Automatische
stappenmodus
Hz
vergrendelde
functie
Stop
I/F
10
11
12
13
14 71
TB62