Gebruiksaanwijzing - Autostoeltje Groep 1-2-3
van 9 tot 36 kg (van 9 maanden tot ongeveer 12 jaar)
Bedankt voor uw aanschaf van een autostoeltje Groep 1-2-3. Als u voor dit product hulp no-
dig hebt of als u een accessoire wilt vervangen, kunt u zich richten tot onze
(adresgegevens aan de achterzijde van deze handleiding).
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze instructies aandachtig door alvorens u het product gebruikt. Bewaar deze handlei-
ding voor toekomstig gebruik. Als u deze instructies niet opvolgt, kan de veiligheid van uw
kind in het gedrang komen.
•
Harde onderdelen en onderdelen van kunststof van dit autostoeltje dienen op zodanige
wijze te worden geplaatst dat zij bij normaal gebruik niet klem kunnen raken onder een ver-
stelbare stoel of tussen een autoportier.
•
Houd alle banden ter bevestiging van dit autostoeltje in de auto aangespannen. Verstel de
banden die u gebruikt om het kind in het autostoeltje te plaatsen. De banden mogen niet
gedraaid zijn.
•
Plaats de onderbuikriem zo laag mogelijk om het bekken van uw kind goed vast te houden.
•
Vervang het autostoeltje als het een zware belasting heeft ondergaan door een ongeval.
•
Pas het stoeltje niet aan en voeg geen onderdelen toe aan het stoeltje zonder goedkeu-
ring van een bevoegde autoriteit. Volg de instructies met betrekking tot de plaatsing van het
stoeltje van de fabrikant van het autostoeltje nauwkeurig op.
•
Bescherm het autostoeltje tegen de zon om te voorkomen dat uw kind zich kan branden.
•
Laat uw kind nooit zonder toezicht in het autostoeltje zitten.
•
Zorg dat bagage en andere voorwerpen die verwondingen kunnen veroorzaken bij een on-
geval goed zijn vastgezet.
•
Gebruik het autostoeltje niet zonder bekleding.
•
Vervang de bekleding van het autostoeltje uitsluitend door bekleding die door de fabrikant
wordt aanbevolen. De bekleding heeft rechtstreeks invloed op de bescherming die het au-
tostoeltje biedt.
•
Neem in geval van twijfel of vragen over de plaatsing en het gebruik van het autostoeltje
contact op met de fabrikant van het autostoeltje.
•
Gebruik geen andere contactpunten dan de contactpunten die worden beschreven in de
instructies en die staan aangegeven op het autostoeltje.
•
Plaats het autostoeltje bij voorkeur op de achterzitting, ook al mag u het autostoeltje vol-
gens de verkeersregels voor in het voertuig plaatsen.
•
Controleer altijd of de autogordel is vastgemaakt.
•
Controleer altijd of er geen voedsel- of andere resten in de gesp van het tuigje of van de
autogordel zitten.
•
Zorg ervoor dat het kind tijdens de winter niet met teveel dikke kleding in het stoeltje zit.
16
NL - Gebruiksaanwijzing
klantenservice