NL
DE INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Het apparaat kan op een willekeurige ondergrond worden geplaatst, die voldoet aan de volgende voorschriften:
- Als de barbecue niet op de wagen PLANET wordt gepositioneerd, moet gecontroleerd worden dat het steunvlak bestendig is tegen een hitte van 120°C.
-Laat rondom het toestel een vrije ruimte van minstens 10 cm tot zijwanden en van minstens 15 cm tot de achterwand, waar een zeer hoge temperatuur wordt gevormd.
• STEL HET APPARAAT NIET IN WERKING IN DICHTE RUIMTES EN IN DE BUURT VAN BRANDBARE MATERIALEN.
• VERWIJDER HET (WITTE) BESCHERMENDE KLEEFFOLIE VOLLEDIG VAN HET STAAL.
AANSLUITING VAN HET TOESTEL, voorzien voor de:
A) WERKING MET BUTAAN / PROPAAN. (ZIE TABEL TECHNISCHE GEGEVENS)
Het apparaat moet worden aangesloten via:
• Een campinggasfles voor gezamenlijk gebruik met L.P.G. (vloeibaar gas).
• Een drukregelaar met vaste ijking, zoals voorgeschreven door de geldende nationale voorschriften, met
werkdruk, zoals op het plaatje wordt weergegeven.
• Flexibele slangen overeenkomstig de nationale voorschriften, met een geschikte lengte (max. 1,5 m),
waardoor een montage zonder vouwen en zonder verdraaiingen van de aansluitslang op het apparaat
te veroorzaken, mogelijk is.
• Lekdetectiespray of een sopje om de gasdichtheid te controleren.
AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP DE GASFLES
1) Controleer dat het rubbertje van de gaskraan niet beschadigd is.
2) Sluit de drukregelaar aan op de gasfles (2).
3) Controleer dat de kranen van het apparaat dicht zijn.
4) Verbind de leiding op de regelaar (4), indien dit nog niet gebeurde, op basis van de van kracht zijnde
norm, en verbind daarna de buis op de reeds voorziene koppeling van het toestel (3). Monteer de
pakking correct tussen de verbinding en de slang, en breng de klemring (5) aan.
5) Plaats de gasfles op een vlakke en stabiele ondergrond. De fles kan op het ondervlak van het wagentje
PLA.NET geplaatst worden als ze een maximum inhoud va 5 kg gas heeft.
6) De gasfles dient buiten en ver uit de buurt van brandbaar materiaal te worden vervangen; de
vervangen gasfles dient met de speciale dopmoer te worden afgesloten en op een geschikte plaats te
worden bewaard.
B) WERKING MET METHAAN (ZIE TABEL TECHNISCHE GEGEVENS)
De aansluiting van het toestel op het gasnet moet uitgevoerd worden met een flexibele leiding volgens de
van kracht zijnde norm, en moet bevestigd worden op de reeds voorziene koppeling van het toestel (3).
monteer de pakking (5) correct tussen de ingang van de baan en de slang.
CONTROLE VAN DE DICHTHEID
Controleer de dichtheid van de aansluiting bij werkdruk met een lekopsporingspray of met zeepwater. De dichtheid is correct als geen luchtbellen gevormd worden.
Controleer gaslekken nooit met een vlam!
GEBRUIKSAANWIJZING
• Controleer dat het apparaat correct geplaatst is.
• Controleer dat alle onderdelen juist aangebracht zijn.
• Controleer dat de aansluiting conform verricht is.
• Controleer dat de gasfles zich op minstens 50 cm van het apparaat bevindt.
• Controleer of de gasleiding het toestel niet raakt en zich niet nabij de uitvoer van warme lucht achteraan het toestel bevindt.
POWER
• Open het gas van de gasfles of van het gasnet (bij werking op methaan) door het kraantje naar links te draaien.
PIËZO-ELEKTRISCHE / ELEKTRONISCHE ONTSTEKING
• Druk op de knop en draai hem tegelijkertijd helemaal tegen de klok in op de hoogste stand en houd de knop ingedrukt.
• Maak het gas aan door op de knop van de piëzo-elektrische ontsteking te drukken; houd de knop nog enkele seconden ingedrukt, nadat de brander is gaan branden.
• Als de brander eenmaal brandt, kan de vlam ook op klein gezet worden.
ELEKTRONISCHE ONTSTEKING MET VENTIEL (model GL/GMxxT)
• Druk de knop in en draai deze tegelijkertijd linksom naar de maximum stand, en houd de knop ingedrukt om de elektronische ontsteking te starten.
N.B: voor de eerste ontsteking moet de knop 10/15 sec. lang ingedrukt gehouden worden, tot de vlam verschijnt.
• Nadat de ontsteking is uitgevoerd, moet de knop enkele seconden ingedrukt gehouden worden zodat het thermokoppel wordt geactiveerd.
• De ingeschakelde brander kan gezien worden via de openingen; indien deze niet zou branden, kan de handeling na 1 minuut herhaald worden.
• Nadat de ontsteking is uitgevoerd, moet de vlam op de minimum stand geregeld worden.
UITSCHAKELING
• Draai na de bereiding de draaiknop in POSITIE UIT, en sluit de kraan van de gasfles of van het gasnet.
• U kunt de brandende brander door de opening in het bedieningspaneel zien.
BEREINDING
• De eerste keren dat het apparaat gebruikt wordt, dient gematigd vuur te worden gebruikt, zodat de platen/roosters zich kunnen "stabiliseren".
• Maak geen diepgevrozen voedsel klaar, er zal geen optimale bereiding worden verkregen en het materiaal van het bereidingsvlak zou vervormd kunnen worden als gevolg
van een thermische shock.
• Hou het bakje dat het vet/vuil opvangt onder controle. Maak het indien noodzakelijk leeg, maar bescherm uw handen met thermische handschoenen (het bakje zou zeer
heet kunnen zijn).
• Laat het toestel niet ingeschakeld wanneer geen te bereiden voedsel aanwezig is, zodat het kookvlak niet te heet wordt.
Dit kan gevaarlijk zijn voor de personen en zou het vlak zelf kunnen vervormen.
DE VLAM REGELEN
De vlam kan geregeld worden.
Op de draaiknop / het bedieningspaneel zijn de volgende symbolen aanwezig:
REINIGING
- Voor meer informatie wordt verwezen naar de handleiding voor het gebruik en het onderhoud en de garantie
- Neem bij technische problemen contact op met de technische servicedienst.
VERVANGING RESERVEONDERDELEN
DEZE HANDELING MAG ALLEEN WORDEN VERRICHT DOOR EEN GESPECIALISEERDE TECHNICUS VAN DE FABRIKANT.
De onderdelen die vervangen kunnen worden zijn eenvoudig toegankelijk. Het is voldoende om de draaiknoppen te verwijderen en de plaat op te heffen zodat het paneel kan
verwijderd worden door de schroeven los te draaien.
2
3
5
UIT
MAXIMUM VERMOGEN
MINIMUM VERMOGEN
4