3de keer drukken op de toets:
basisinstelling
9 "HOLD"-toets om een gemeten waar-
de vast te houden ("bevriezen") en de
"Record"-modus te onderbreken [en-
kel voor de hoofdweergave (a)]
10 Toets "MIN/MAX" om de "Record"-
modus in te schakelen [enkel voor de
hoofdweergave (a)]
1ste keer drukken op de toets:
Weergave van de maximumtem-
peratuur
2de keer drukken op de toets:
Weergave van de minimumtempe-
ratuur
3de keer drukken op de toets:
Weergave van de gemiddelde
temperatuur
4de keer drukken op de toets:
Weergave van de huidige tempe-
ratuur
5de keer drukken op de toets:
zoals eerste keer, etc.
Houd de toets ingedrukt tot de mel-
ding "RECORD" van het display ver-
dwijnt:
De "Record"-modus is uitgescha-
keld.
11 Toets "TYPE" voor de selectie van
het sensortype op jack T1 (K, J, T, E,
R, S of N)
12 Toets "SET" om de invoermodus te
activeren voor een referentietempe-
ratuur, voor grenswaarden en voor
het uur
13 Toets
om de displayverlichting in
en uit te schakelen
14 Toets "TYPE" voor de selectie van
het sensortype op jack T2
2 Veiligheidsvoorschriften
Het instrument beantwoordt aan de EU-
richtlijn 89/336/EEG voor elektromag-
netische compatibiliteit.
Het toestel is niet geschikt voor ge-
bruik in het medische bereik of voor
metingen in microgolfovens!
De meegeleverde temperatuursenso-
ren mogen uitsluitend gebruikt worden
voor metingen tot 260 °C (500 °F).
Vermijd uitzonderlijk warme plaatsen
en plaatsen met een hoge vochtigheid
(toegelaten
omgevingstemperatuur-
bereik 0 – 50 °C).
Gebruik voor de reiniging uitsluitend
een droge, zachte doek. Gebruik in
geen geval chemicaliën of water.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd
gebruik, foutieve bediening of herstel-
ling door een niet-gekwalificeerd per-
soon vervalt de garantie bij eventuele
schade.
Wanneer het toestel definitief uit be-
drijf genomen wordt, bezorg het dan
voor verwerking aan een plaatselijk
recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
De DTM-506RS wordt gebruikt om de
temperatuur van voorwerpen te meten.
Met de meegeleverde temperatuursen-
soren (type K) kunnen temperaturen tot
+260 °C (+500 °F) gemeten worden. Voor
uiterst nauwkeurige metingen worden
professionele sensoren zoals de DTP-3
van MONACOR aanbevolen. De types K,
J, T, E, R, S en N worden gebruikt (zie
technische gegevens pagina 48).
Via de meegeleverde interfacekabel
kan het instrument aangesloten worden
op een computer met RS 232-interface.
Met behulp van de meegeleverde soft-
ware voor Windows 3.x
kunt u temperatuurcurves uittekenen.
4 Ingebruikname
1) Sluit de temperatuursensoren aan op
de jacks T1 en T2 (1).
2) Klap de opstellingsbeugel aan de
achterzijde van het rubberen be-
schermingsframe uit voor een gun-
stige afleesstand.
3) Schakel het toestel in met toets
(3).
4) Op het display (2) wordt een melding
weergegeven. Indien dit niet het ge-
val is, brengt u een 9 V-batterij aan.
Wanneer het batterijsymbool
het display verschijnt, moet de batte-
rij vervangen worden – zie hoofdstuk
6 "Batterij vervangen".
®
®
en Windows 95
op
NL
B
41