Gebruik als stoel in een motorvoertuig
De Swifty 2 revalidatiebuggy in de uitvoering ‚Crash' heeft de crashtest volgens de internationale normen ISO 7176/19
en ANSI/RESNA WC 4 section 19 met succes doorstaan en kan als stoel in een motorvoertuig worden gebruikt.
BELANGRIJK: Als de Swifty 2 als stoeltje in een motorvoertuig moet worden gebruikt, moet u daarvoor de volgende
punten in acht nemen.
De Swifty 2 revalidatiebuggy is alleen bedoeld voor transport in de rijrichting. Waar dat mogelijk is, moet de gebruiker
bij voorkeur worden overgezet naar een van de autostoelen en daar beveiligd worden met behulp van het autogordel-
systeem. Gebruik alleen volgens ISO 10542 goedgekeurde gordelsystemen voor onderstellen of personen om de Swifty
2 revalidatiebuggy aan de vloer van het voertuig te bevestigen.
De 4 bevestigingspunten aan de Swifty 2 zijn gekenmerkt met het volgende symbool:
Transportvoorbereidingen aan de Swifty 2:
1. Verwijder de volgende delen (indien gemonteerd): abductieblok, therapietafel, luifel, zonnescherm, handboog en
inhouden uit de mand.
2. Plaats de buggy via de geïnstalleerde rails correct en in rijrichting in het voertuig. Trek de vastzetrem aan.
3. Overtuig u ervan dat de heuphoekverstelling is vastgezet.
Bevestiging van de Swifty 2 in een motorvoertuig:
1. De revalidatiebuggy moet met een vierpunts gordelsysteem (volgens ISO 10542-2, SAE 2249 of DIN 75078/2) veilig in
het voertuig bevestigd worden. (Deze gordelsystemen worden o.a. gemaakt door Unwin Safety Systems en Q'Straint)
2. De bestuurder en / of assistent moet(en) vertrouwd zijn in de omgang met deze gordelsystemen / veiligheidssystemen.
3. De twee voorste gordels (karabijnhaken) moeten links en rechts in de stalen ringen boven de voorwielvork bevestigd
worden (afb. 24).
4. De beide achterste gordels (karabijnhaken) moeten aan de twee veiligheidsogen van het achterframe bevestigd wor-
den (afb. 25).
Gordelsysteem bevestigen
1. De crashtest werd uitgevoerd met de H-gordel (deel van de basisuitvoering). Deze H-gordel moet onder de gordel van
het gordelsysteem worden gebruikt.
2. De gebruiker moet worden beveiligd met een goedgekeurd gordelsysteem. Thomashilfen adviseert het gebruik van een
automatische gordel of een driepuntsgordel waarbij de heupgordel en de schoudergordel van elkaar kunnen worden
gescheiden. Dat is nodig om het gordelsysteem correct door het frame van de Swifty 2 te kunnen leiden (fabrikant bijv.:
Unwin Safety Systems en AMF-Bruns).
3. De bestuurder en / of assistent moet(en) vertrouwd zijn in de omgang met deze gordelsystemen / veiligheidssystemen.
4. De heupgordel van de gebruiker moet zonder contact met de buik van de gebruiker vlak langs het bekken worden
geleid. De heupgordelgeleiding moet rechts en links tussen de zijgeleiding en de gebruiker verlopen (afb. 26).
5. De heupgordel mag niet van de gebruiker weg worden gehouden door delen van de revalidatiebuggy (zijelementen,
wielen) (afb. 27).
BELANGRIJK: De gordel mag niet gedraaid worden aangebracht.
6. De hoek van de heupgordel moet tussen 30° en 75° liggen (afb. 28).
7. De heupgordel moet zo strak mogelijk sluiten, maar moet wel aan het comfort van de gebruiker worden aangepast.
8. De schoudergordel van het gordelsysteem moet aan de voertuigwand op een zodanige hoogte worden bevestigd dat
de gordel bij de gebruiker over het midden van de schouder ligt en onder de duwstang verloopt (afb. 27).
BELANGRIJK: Alleen een schoudergordel die aan de zijwand van het voertuig bevestigd is, voldoet aan de huidige
vereisten voor een veilige borging van de gebruiker.
Gebruikershandleiding – Swifty 2
73