Installatie; Het Toestel Aansluiten - IMG STAGELINE MDR-219DSP Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 21
3 Toepassingen
De MDR-219DSP is een stereo-effectapparaat met
255 vast geprogrammeerde effecten zoals Reverb,
Delay, Chorus, Flanger, Panneer en de combinaties
van deze effecten evenals spliteffecten. Het is speciaal
ontworpen voor gebruik op het podium en voor thui-
sopnames. De effecten worden digitaal gegenereerd
en geselecteerd. De twee laatst geselecteerde effec-
ten worden na uitschakelen van de voedingsspanning
in het geheugen opgeslagen.
De BYPASS-functie kan met een voetschakelaar
afstandsbediend geactiveerd en de effecten A/B met
een voetdrukknop afstandsbediend geselecteerd wor-
den.

4 Installatie

Het toestel kan als vrijstaand tafelmodel gebruikt wor-
den of in een 19"-rack (482 mm) gemonteerd worden.
Voor montage in een rack is 1 rack-eenheid (= 44,5 mm)
nodig.

5 Het toestel aansluiten

1) Schakel het effectenapparaat en alle andere audio-
apparatuur uit, alvorens de aansluiting te maken
resp. aansluitingen te wijzigen.
2) Voeg de MDR-219DSP via de INPUT-ingangsjacks
(17) en de OUTPUT-uitgangsjacks (16) in het effec-
tenkanaal van een mengpaneel in of schakel het
apparaat tussen twee toestellen (bv. tussen meng-
paneel en versterker of tussen keyboard en meng-
paneel).
3) Wenst u de BYPASS-functie (overbrugging van het
toestel) vanop afstand te bedienen, sluit dan een
voetschakelaar (bv. een FS-60A van MONACOR)
aan op de BYPASS-jack (15) in het aansluitveld
REMOTE.
4) Wenst u de functie EFFECT A/B (wisselen tussen
de opgeslagen effecten) op afstand te bedienen,
sluit dan een voetdrukknop (bv. een FS-60 van
MONACOR) aan op de jack A/B (14) in het aan-
sluitveld REMOTE.
5) Verbind ten slotte de meegeleverde stekkervoeding
met de jack SUPPLY 15 V~ (13) en plug hem ver-
volgens in een stopcontact (230 V~/50 Hz).
6 Werking
Schakel de MDR-219DSP en alle andere aangesloten
toestellen met behulp van de POWER-schakelaar (12)
in.
Wanneer u het effectenapparaat gedurende lange
tijd niet gebruikt, trek dan de stekkervoeding uit het
stopcontact, omdat hij ondanks uitgeschakeld effec-
tenapparaat toch een geringe hoeveelheid stroom ver-
bruikt.
6.1 Het niveau instellen
1) Voer een signaal naar het effectenapparaat (bv.
een testsignaal of muziekfragment).
2) Draai eerst de regelaar OUTPUT MIX (2) in de
stand DIRECT.
3) De toets EFFECT BYPASS (4) mag niet ingedrukt
zijn en de gele LED (5) mag niet oplichten.
4) Draai de regelaar INPUT GAIN (1) zover open, tot
de rode oversturings-LED OVERLOAD (6) net even
oplicht bij de luidste passages. Draai de regelaar
vervolgens iets terug tot de rode LED niet meer
oplicht. Voor een optimale uitsturing moet het in-
gangsniveau tussen 0,1 V en 4,5 V liggen.
5) Regel met behulp van de regelaar OUTPUT LEVEL
(3) het uitgangsniveau af van het effectenapparaat
op de ingang van het nageschakelde toestel (let op
de uitsturingsweergave op het volgende toestel).
Bij een te groot niveau wordt het nageschakelde
toestel overstuurd: draai de regelaar terug.
Een te laag niveau resulteert zich in een slechte
signaal/ruis-verhouding: draai de regelaar verder
open.
6.2 Effecten selecteren
Achteraan deze gebruiksaanwijzing op pagina's 33 – 39
vindt u een lijst met alle geprogrammeerde effecten. Elk
effect heeft een volgnummer ter identificatie. Met be-
hulp van de SELECT-draaiknop (11) wordt het gewen-
ste effect via dit nummer ingesteld [weergegeven op
het display (7)].
1) Na inschakelen kunt u beide laatst geselecteerde
effecten uit de geheugens A en B oproepen. Ge-
heugen A is geactiveerd. Met de toets EFFECT A/B
(10) kunt u selecteren uit de opgeslagen effecten.
Het weergavepunt A (8) licht op bij geactiveerd
geheugen A, het weergavepunt B (9) bij geacti-
veerd geheugen B.
2) Wenst u het effect uit het geheugen A te wijzigen,
activeer dan het geheugen B met de toets EFFECT
A/B (10). Om geheugen B te wijzigen moet geheu-
gen A geactiveerd zijn.
3) Stel met de SELECT-draaiknop (11) het effectnum-
mer in. Zodra de draaiknop bewogen wordt, knip-
pert het weergavepunt van het geheugen, waarin
het geselecteerde effect opgeslagen kan worden.
Draaiknop enkel draaien:
Effectnummer in stappen van tien wijzigen
drukken + draaien:
Effectnummer in stappen van één wijzigen
ingedrukt houden, tot weergavepunt niet meer op-
licht:
Effectnummer wordt opgeslagen en het effect
geactiveerd
4) Wenst u de effectenselectie te onderbreken (bv.
wanneer de SELECT-draaiknop onbedoeld bediend
werd), druk dan op de toets EFFECT A/B (10). Het
weergavepunt A resp. B licht niet meer op, en het
geprogrammeerde effectnummer verschijnt weer
op het display.
NL
B
19

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

24.7910

Tabla de contenido