Inline installatie
Als het systeem in werking is moet het instrument op het monster aangesloten worden met een
afsluiter om het monster te extraheren. Dit vereist een totale afstand D1 + D2 (raadpleeg
Afbeelding
2) van minder dan 2 meter en een stroomsnelheid van meer dan 20 L/uur (idealiter
60 L/uur).
Wacht na het openen van het monsterventiel ten minste 30 seconden om te waarborgen dat alle
onderdelen die in contact staan met het monster goed uitgespoeld zijn en dat een optimaal thermisch
evenwicht tussen monster, doorstroomkamer en conductiviteitssensor bereikt is.
Afbeelding 2 Inline installatie
1 D1
Offline installatie
Plaats de sensor in een doorstroomkamer en sluit de doorstroomkamer aan op poort "UIT" van het
instrument met een plastic slangetje. Het monster wordt via de slangen aan de uitlaatpoort van de
doorstroomkamer uit de kamer verwijderd.
Er is een stroomsnelheid van meer dan 20 L/uur (idealiter 60 L/uur) vereist. Wacht na het openen
van het monsterventiel ten minste 30 seconden om te waarborgen dat alle onderdelen die in contact
staan met het monster goed uitgespoeld zijn en dat een optimaal thermisch evenwicht tussen
monster, doorstroomkamer en conductiviteitssensor bereikt is.
152 Nederlands
2 D2