Als instelhulp kunt u een startadresmanager via
het internet (www.imgstageline.com, support soft-
ware) downloaden.
Na het instellen van het startadres voor het scha-
kelkanaal 1 zijn de schakelkanalen 2 – 5 aan de daar-
opvolgende adressen toegewezen. Voorbeeld:
startadres 104 = schakelkanaal 1
adres 105 = schakelkanaal 2
adres 106 = schakelkanaal 3
adres 107 = schakelkanaal 4
adres 108 = schakelkanaal 5
Als volgende mogelijke startadres voor het volgende
DMX-gestuurde apparaat kan in dit voorbeeld het
adres 109 worden gebruikt.
5 Het toestel aansluiten
Alle aansluitingen mogen uitsluitend door een gekwa-
lificeerde vakman worden uitgevoerd.
1) Sluit het DMX-besturingsapparaat aan op de XLR-
ingang IN (1). Indien het besturingsapparaat met
een 3-polige XLR-aansluiting is uitgerust, gebruik
dan een adapter (b. v. NA-3M5F uit het gamma
van "img Stage Line").
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor
hoge gegevensstromen worden gebruikt. Wanneer
gebruik wordt gemaakt van gewone microfoon-
kabels, mag de totale kabellengte niet meer dan
100 m bedragen. De beste overdracht wordt ver-
kregen met een afgeschermde microfoonkabel van
2 x 0,25 mm
2
of een speciale datatransmissiekabel.
Bij kabellengten vanaf 150 m wordt het tussen-
schakelen van een DMX-ophaalversterker aanbe-
volen (b. v. SR-105DMX van "img Stage Line").
2) Verbind de jack DMX OUT (3) met de DMX-ingang
van het volgende DMX-gestuurde apparaat. Ver-
bind de uitgang hiervan opnieuw met de ingang
van het nageschakelde apparaat etc. Indien het na-
geschakelde apparaat met een 3-polige XLR-aan-
sluiting is uitgerust, gebruik dan een adapter (b. v.
NA-3F5M uit het gamma van "img Stage Line").
De jack DMX OUT kan worden vergrendeld.
Om de stekker uit te trekken, drukt u op de PUSH-
hendel.
3) Verbind de schakeluitgangen (5) met de te bestu-
ren apparaten. Om makkelijker te werken kunt u
de klemmen uit hun stekkerverbinding trekken. De
uitgangen zijn spanningsvrij en bedoeld voor het
schakelen van max. 8 A/250 V~.
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermd aigendom van voor MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
Opgelet! Tijdens het aansluiten, moeten de ka-
bels spanningsvrij zijn. De netspann-
ing mag in geen geval zijn aangeslo-
ten. Anders loopt u het risico van een
elektrische schok.
4) Plug ten slotte de netstekker van het aansluitsnoer
(6) in een stopcontact (230 V~/50 Hz). Daarna is
de SW-5DMX bedrijfsklaar.
Trek de stekker uit het stopcontact om het ap-
paraat uit te schakelen.
6 Besturing
Selecteer op het DMX-besturingsapparaat het adres
voor het gewenste schakelkanaal. Om het kanaal in
te schakelen, stelt u met de betreffende regelaar op
het besturingsapparaat een DMX-waarde tussen 128
en 255 in, en een waarde tussen 0 en 127 om het ka-
naal uit te schakelen. Bij ingeschakeld schakelkanaal
licht de overeenkomstige LED (4) op.
Mocht de besturing niet goed functioneren, dan
kunt u met de Reset-functie de storing eventueel ver-
helpen. Plaats de DIP-schakelaar nr. 10 (2) hiervoor
even in de onderste stand. Om het apparaat verder te
gebruiken, plaatst u de DIP-schakelaar opnieuw in de
bovenste stand.
7 Technische gegevens
Belastbaarheid van
de schakelkanalen: . . max. 8 A/250V~
Voedingsspanning: . . . 230 V~/50 Hz/5 VA
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . 0 – 40 °C
Afmetingen: . . . . . . . . 105 x 40 x 180 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . 640 g
Aansluitingen
DMX IN, DMX OUT: 2 x 5-pol. XLR
Schakelkanalen: . . . 5 x steekklem
Wijzigingen voorbehouden.
Pin 1 = massa
Pin 2 = DMX-2 signaal -
Pin 3 = DMX-2 signaal +
Pin 4 en 5 = niet aangesloten
®
INTERNATIONAL
NL
B
15