OPGELET: Zorg ervoor dat de spanning
in de kabels niet te hoog is.
Transportwielen monteren (accessoire)
1. Steek de haak die aan de handgreep (A) is
bevestigd door de middelste sleuf (B), in de richting
van de pijl (C).(Fig. 20 )
2. Draai de handgreep 90° met de wijzers van de klok
mee om de uiteinden van de onderste handgreep
tussen de steunen (D) op het maaidek te krijgen.
Inleiding
WAARSCHUWING: Voordat u het product
gaat gebruiken, dient u het hoofdstuk over
veiligheid te lezen en hebben begrepen.
Voordat u het product gaat bedienen
1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en
zorg dat u de instructies hebt begrepen.
2. Controleer de snijuitrusting om te zien of deze
correct is gemonteerd en afgesteld. Zie
controleren op pagina 87 .
3. Vul de brandstoftank. Zie
pagina 85 .
4. Vul de olietank en controleer het oliepeil. Zie
Motorolie bijvullen en verversen op pagina 88 .
Brandstof bijvullen
Gebruik emissiearme of alkylaatbenzine, indien
beschikbaar. Als er geen emissiearme of
alkylaatbenzine beschikbaar is, gebruik dan een
loodvrije benzine van goede kwaliteit, of loodhoudende
benzine. Gebruik een benzine met een octaangetal van
minimaal 90 (87 AKI) en met maximaal 10% ethanol
(E10).
OPGELET: Gebruik geen benzine met een
octaangetal lager dan 90 RON (87 AKI). Dit
kan schade aan het product veroorzaken.
1. Draai de brandstoftankdop langzaam los om de druk
te laten ontsnappen.
2. Vul langzaam met een benzinejerrycan. Als u
brandstof morst, verwijder deze dan met een doek
en laat de resterende brandstof opdrogen.
3. Maak het gebied rondom de brandstoftankdop goed
schoon.
4. Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet
volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand.
504 - 003 - 26.01.2018
Werking
Snijuitrusting
Brandstof bijvullen op
3. Duw de bus (A) door de steunen en de uiteinden van
de onderste handgreep.(Fig. 21 )
4. Bevestig het wielframe (A) aan het maaidek met de
schroeven (B), ringen (C, D) en borgmoeren (E).(Fig.
22 )
5. Duw de onderste verlengbuizen in de bovenste
verlengbuizen.
6. Duw de borgpennen (A) door de verlengbuizen en
borg ze met de splitpennen (B).(Fig. 23 )
5. Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
Positie van de handgreep instellen
1. Til de haak (A) op.(Fig. 24 )
2. Duw de haak naar voren om de handgreep in de
parkeerstand (B) te zetten.
3. Trek de haak naar achteren om de handgreep in de
maaistand (C) te zetten.
Product starten
1. Controleer of de ontstekingskabel is verbonden met
de bougie.
2. Zet de handgreep in de parkeerstand, zie
de handgreep instellen op pagina 85 .
3. Open de brandstofklep.(Fig. 25 )
4. Stel de chokehendel af.
a) Als de motor koud is, zet u de chokehendel in de
chokestand.(Fig. 26 )
b) Als de motor warm is, zet u de chokehendel in de
werkstand.(Fig. 27 )
5. Houd de motorremhendel tegen de handgreep.
6. Zet uw rechtervoet op het maaidek.
7. Houd de bovenkant van de handgreep met uw
linkerhand vast en kantel het product.
8. Houd het startkoord in uw rechterhand.(Fig. 28 )
9. Trek het startkoord langzaam naar buiten totdat u
enige weerstand voelt.
10. Krachtig trekken om de motor te starten.
11. Wanneer de motor op volle snelheid is, laat u het
product voorzichtig op de grond zakken.
12. Wanneer de motor warm is, moet u de chokehendel
ingesteld hebben op de werkstand.
13. Zet de handgreep in de maaistand, zie
de handgreep instellen op pagina 85 .
Positie van
Positie van
85