1. Opgelet! Bij het gebruiken van electrisch gereedschap
dienen ter bescherming tegen een electrische schok
en tegen letsel- en brandgevaar, principieel de
volgende veiligheidsmaatregelen in acht te worden
genomen.
2. Bescherm u tegen een electrische schok. Vermijd
contact met voorwerpen met geaarde onderdelen,
bijvoorbeeld
leidingen,
haarden, koelkasten.
3. Kinderen en jeugdigen onder 18 jaar mogen
elektrische kettingzagen niet bedienen. Uitzondering:
Leerlingen, ouder dan 16 jaar, onder toezicht van
een vakkundige.
4. De kettingzaag mag alleen door personen met toe-
reikende ervaring worden bediend.
5. Bewaart U deze gebruiksaanwijzing steeds tesamen
met de kettingzaag.
6. Verhuurt of verschenkt U de kettingzaag alleen aan
personen, die met het gebruik vertrouwd zijn. Geeft
U alstublieft altijd deze gebruiksaanwijzing mee.
7. Voor het werken met de kettingzaag moet U
lichamelijk altijd in goede conditie zijn. Werkt U
alstublieft rustig en geconcentreerd. Bijzondere
aandacht is noodzakelijk aan het einde van de
arbeidstijd.
8. Gebruikt U Uw kettingzaag nooit onder invloed van
alcohol, geneesmiddelen of drugs.
B) Verwijzingen voor het gebruik van persoonlijke
beschermende uitrustingen
De arbeid met kettingzagen vereisen bijzondere maat-
regelen met betrekking tot beschermende uitrustingen
resp. voorbehoedmiddelen voor het lichaam, om hoofd,
handen, voeten en benen, ogen en oren te beschermen.
9. Draagt U eng zittende kleding, die nergens kan
blijven hangen.
10. Bij het vellen en van takken ontdoen van bomen
draagt U alstublieft een gekeurde veiligheidshelm.
11. Werk alleen met een veiligheidsbril of gezichts-
bescherming.
12. Werk alleen met geschikte arbeidshandschoenen.
13. Draag een gehoorbeveiliging voor het vermijden van
gehoorschade.
14. Draag veiligheidsschoenen.
15. Wij raden U het dragen van een beenbeschermer
aan.
C) Verwijzingen voor het veilig gebruik van de
kettingzaag.
16. Attentie: Voor het eerste gebruik van de kettingzaag
leest U alstublieft de gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door en laat U zich in het gebruik voorlichten.
17. Berg uw electrische gereedschap veilig op. Electrisch
gereedschap dat niet gebruikt wordt, moet op een
droge, hooggelegen of afgesloten plaats, buiten het
bereik van kinderen, worden opgeslagen.
18. Gebruik de kabel niet voor doelen waarvoor deze
niet bestemd is. Draag het electrische gereedschap
nooit aan de kabel. Gebruik de kabel niet om de
stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de
kabel tegen hitte, olie en scherpe randen.
19. Controleer verlengsnoeren regelmatig en vervang ze
verwarmingselementen,
wanneer ze beschadigd zijn. Houd de handgrepen
droog en vrij van olie en vet.
20. Trek de stekker uit het stopcontact, wanneer u de
zaagketting of het zwaard verwisselt.
21. Laat geen gereedschapssleutels zitten. Controleer
voor het inschakelen, dat sleutels en afstellings-
gereedschappen zijn verwijderd.
22. Vermijd dat u het apparaat per ongeluk start. Draag
een aan het electriciteitsnet aangesloten electrisch
werktuig nooit met de vinger aan de drukschakelaar.
Verzekert u zich ervan dat de schakelaar uitge-
schakeld is wanneer u de stekker in het stopcontact
steekt.
23. Beschadigde schakelaars moeten bij een service-
werkplaats worden vervangen. Gebruik geen elec-
trische werktuigen waarbij de schakelaar niet in- en
uitgeschakeld kan worden.
24. Opgelet! Gebruik alleen accessoires en hulp-
apparatuur, die in de gebruiksaanwijzing zijn
vermeld. Het gebruik van ander inzetgereedschap
of andere accessoires kan voor u risico op letsel met
zich meebrengen.
25. Stelt U de elektro-kettingzaag nooit aan de regen
bloot en werk niet in een natte omgeving.
26. Controleert U de kettingzaag voor ieder gebruik op
een veilige toestand, in 't bijzonder het zwaard en de
ketting.
27. Controleert U de aansluitingsleiding voor ieder
gebruik op beschadiging en scheuren. Beschadigde
leidingen moeten worden vervangen.
28. Bij de arbeid moet de kettingzaag met beide handen
gevoerd worden.
29. In het arbeidsbereik van de machine mag zich geen
verdere persoon ophouden.
30. Voor het naspannen van de ketting, resp. het
vervangen van een ketting of het verwijderen van
storingen moet de kettingzaag van het stroomnet
worden onderbroken - stekker uittrekken.
31. Bij arbeidspauzen moet de machine zo worden
afgelegt, dat niemand in gevaar wordt gebracht.
Trekt U de netstekker eruit.
32. Bij het transport van de kettingzaag moet altijd de
kettingbeveiliging aangebracht zijn.
33. Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed ge-
steund en vastgehouden worden. Ketting en zwaard
moeten vrij staan.
34. Neemt U voor arbeidsbegin een veilige stand in.
35. Bij beschadiging of doorsnijden van de aansluitings-
leiding moet dadelijk de stekker worden uit-
getrokken.
36. Nooit met de zwaartspits zagen, terugslaggevaar.
37. Kettingzaag nooit in de buurt van brandbare gassen
of stof gebruiken - explosiegevaar.
38. De kettingzaag mag alleen aan veiligheidsstop-
contacten en gekeurde installaties gebruikt worden.
Wij raden de toepassing van een foutenstroom-
beveilig-ingsschakelaar aan van 16 A. Tijdens het
gebruik geen andere toestellen ansluiten.
39. Bij gebruik van een kabeltrommel moet de kabel
geheel zijn afgewikkeld.
40. Let U erop, dat de aansluitingsleiding niet wordt ge-
knikt of beschadigd.
NL-2