4.3 De batterijen aanbrengen en testen
1) Schuif de beide deksels van het batterijvakje (19)
aan de achterzijde van het bedieningsgedeelte
naar buiten uit, zoals getoond in figuur 3.
2) Breng twee 9 V-batterijen van hetzelfde type cor-
rect aan, met de positieve en negatieve pool zoals
in de batterijvakjes aangeduid. Zorg dat het lint
onder de batterijen door wordt gehaald, zodat deze
later makkelijker kunnen worden verwijderd.
3) Schuif het deksel van het batterijvakje opnieuw
dicht.
Wanneer de functieschakelaar (2) van de positie VLF
in de stand OFF wordt gedraaid, dan licht de batterij-
LED LOW BATT (4) kort op. Als de LED in dit geval
niet oplicht of ze licht tijdens normaal bedrijf continu
op, dan moeten de batterijen worden vervangen.
Geef lege of defecte batterijen resp. accu's
niet met het gewone huisvuil mee, maar
verwijder ze als KGA (bijvoorbeeld de in-
zamelbox in de gespecialiseerde elektro-
zaak).
4.4 Een hoofdtelefoon aansluiten
Op de uitgangsjack (11) kunt u een stereohoofdtele-
foon of een oortelefoon met een 3,5 mm-stekker aan-
sluiten. De luidspreker (9) wordt hierbij uitgeschakeld.
Een hoofdtelefoon helpt de gebruiker zich beter op het
zoeken te concentreren. Bovendien gaan de batterijen
langer mee, omdat voor de hoofdtelefoon een lager
uitgangsvermogen nodig is.
OPGELET:
Stel het volume nooit te hoog in als u een hoofdtele-
foon gebruikt. Langdurige blootstelling aan hoge
volumes kan het gehoor beschadigen! Het gehoor
raakt aangepast aan hoge volumes die na een tijdje
niet meer zo hoog lijken. Verhoog daarom het volume
niet nog meer, nadat u er gewoon aan bent geraakt.
Veiligheid in het wegverkeer: Gebruik de hoofdtele-
foon niet in een omgeving met druk verkeer.
Wanneer u gebruik maakt hoofdtelefoon die de waar-
neming van extern geluid mogelijk maakt, stelt u het
volume slechts zo hoog in dat u het omgevingsgeluid
nog kunt horen.
5 Metalen voorwerpen zoeken
Voordat u met het detector in onbekend terrein naar
metalen voorwerpen gaat zoeken, maakt u zich uitge-
breid vertrouwd met het apparaat. Test het met ver-
schillende bekende voorwerpen uit verschillende
metalen en ga na hoe het apparaat erop reageert.
5.1 Basisinstelling
1) Draai de schakelaar (2) in de stand VLF.
2) Draai de regelaar VOLUME (8) vanaf de linker
aanslag ca.
1
/
naar rechts.
3
3) Draai de regelaars GROUND (3), SENSITIVITY (5)
en DISCRIMINATION (6) in de middelste stand.
4) Beweeg de detector met de zoekspoel over het
zoekterrein. De afstand tot de bodem moet daarbij
ongeveer 30 cm zijn. Er mogen zich ook geen meta-
len voorwerpen op een afstand van minder dan
30 cm ten opzichte van de zoekspoel bevinden.
5) Houd de referentietoets (10) ingedrukt en stel de
regelaar TUNING (7) zo in dat de wijzer van het wij-
zerinstrument (1) op "0" staat. Laat de toets
opnieuw los.
6) Om de meetweergave tijdens het zoeken wegens
gewijzigde omgeving te resetten, drukt u opnieuw
even op de referentietoets.
5.2 Het zoeken
1) Selecteer met de schakelaar MODE de gewenste
bedrijfsmodus:
VLF: zoeken zonder onderscheid tussen metalen
TR1 en TR2: onderscheid tussen ijzerhoudende en
niet-ijzerhoudende metalen, waarbij TR2 de moge-
lijkheid biedt ook tussen verschillende niet-ijzer-
houdende metalen preciezer te differentiëren
Als de wijzer van het meetinstrument (1) na het
omschakelen naar een andere bedrijfsmodus niet
meer in het midden staat, houd de zoekspoel dan
ca. 30 cm boven de bodem en druk even op de
referentietoets (10).
2) Beweeg de zoekspoel langzaam op afstand van
2 – 3 cm over de bodem en zorg dat de spoel paral-
lel met de bodem blijft. (Vermijd pendelende bewe-
gingen over de bodem.)
3) Als het apparaat over een metalen voorwerp be-
weegt, verandert de positie van de wijzer op het
meetinstrument (1).
Bij voorwerpen uit niet-ijzerhoudende metalen slaat
de wijzer naar rechts uit. U hoort ook een meettoon.
Hoe meer de wijzer naar rechts uitslaat, hoe hoger
de toon (in drie niveaus). Met de regelaar VOLUME
(8) kunt u het geluidsvolume van de meettoon
instellen.
In de bedrijfsmodussen TR1 en TR2 slaat de wijzer
bij ijzerhoudende metalen naar links uit. In de
bedrijfsmodus VLF slaat de wijzer ook bij ijzer-
houdende metalen naar rechts uit.
Hoe sterk pointer uitslaat, wordt door meerdere fac-
toren bepaald: de metaalsoort, de hoeveelheid
metaal, de diepte van het voorwerp en de hoek van
het voorwerp tot de zoekspoel.
4) Schakel het toestel na gebruik steeds uit, om on-
nodig verbruik van de batterijen te vermijden: Draai
de functieschakelaar (2) in de stand OFF.
Indien het apparaat voor een langere periode
niet gebruikt wordt, dient u de batterijen eruit te
nemen. Zo blijft het toestel onbeschadigd bij even-
tueel uitlopen van de batterijen.
NL
B
17