Nederlands
De elektrische ontsteking wordt geactiveerd
en na enige tijd schakelt het gasregelblok de
gastoevoer naar de brander in.
Het gas komt via de verstuiver in de brander
en wordt vermengd met lucht. Het mengsel
wordt met een elektrische vonk ontstoken.
Door middel van de ionisatie elektrode wordt
gecontroleerd of er binnen enkele seconden
een vlam ontstaat. Indien er binnen de
beveiligingstijd geen vlam ontstaat, valt de
kachel in storing. De ontsteking stopt
automatisch zodra een goede vlam gevormd
is.
De kachel is voorzien van een luchtdruk-
schakelaar, die de werking van de warme
luchtventilator controleert. In de AGA 102
bewaakt het gasregelblok de werking van de
verbrandingslucht-ventilator door het meten
van de druk in de branderkop.
Het is mogelijk om een atmosfeerbeveiliging
(CO2) aan te sluiten.
De AGA 102 heeft een modulerende functie,
waardoor het noodzakelijk is de kachel aan
te sturen met een modulerende regeling (zie
hoofdstuk : Temperatuurregeling AGA 102).
Bij storing schakelt de branderautomaat de
kachel uit. Daarbij gaat de rode lamp op het
bedieningspaneel branden. Het is mogelijk
om een extern alarm aan te sluiten
(raadpleeg de dealer).
De kachel stopt zodra de keuzeschakelaar
op het bedieningspaneel op "0" gezet wordt.
De kachel kan als ventilator gebruikt worden,
door de keuzeschakelaar op het
bedieningspaneel op " Ventileren" te zetten.
2.3
Hoofdcomponenten kachel (fig. 3)
A
Aanzuigrooster
B
Warme lucht ventilator
C
Gasblok
D
Pictogrammen
E
Bedieningspaneel
F
Verbrandingslucht ventilator (AGA102)
G Uitblaasconus
H
Branderkamer
8
2.4
A
Branderkamer
B
Ontstekings elektrode
C
Brander
D
Verstuiver
E
Branderkop
F
Ionisatie elektrode
2.5
A
Branderkamer
B
Ontstekings elektrode
C
Brander
D
Verstuiver
E
Branderkop
F
Ionisatie elektrode
2.6
A
Resetknop
B
Controlelamp (rood) storing
C
Controlelamp (oranje) polarisatie
D
Keuzeschakelaar:
-
-
-
E
Aansluiting ruimtethermostaat
F
Aansluitsnoer
2.7
De temperatuur wordt geregeld door een
temperatuurregeling waarop een
temperatuurvoeler of een computer is
aangesloten. De temperatuurregeling regelt,
afhankelijk van de warmtevraag, de
geleverde capacitiet van de kachel.
De gevraagde capaciteit van de kachel wordt
verkregen door het regelen van de snelheid
van de verbrandingsluchtventilator.
De gasregelklep compenseert de gasdruk,
afhankelijk van de gemeten druk in de
branderkop en de branderkamer, waardoor
de verbranding altijd optimaal zal zijn.
Als er een groot verschil is tussen de actuele
temperatuur en de gewenste temperatuur,
wordt de verbrandingsluchtventilator
maximaal aangestuurd. Het resultaat is een
hoge capaciteit van de kachel. Bij het
40.020.954 - rev. 05 - 2017
Hoofdcomponenten branderkamer
AGA 100 (fig. 4)
Hoofdcomponenten branderkamer
AGA 102 (fig. 5)
Bedieningspaneel
Uit
Verwarmen
Ventileren (niet verwarmen)
Temperatuurregeling AGA 102
AGA 100/102